~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
HE POLLEKE OUWE REUS VAN ME.
Wat goed van je dat je die knoeperd van een verveel een jetser hebt gegeven, die peer had je eigenlijk achter de hand moeten houden als toetje...
Heb je mijn nieuwe taxi al gezien? Ik mag tegenswoordig meerijden met mamma Claudy als ik te moe ben om te lopen ( maar meestal is het gras wat te nat aan mijn poezelige poten) dus ik mekker haar aan, zij tilt mij braaf op en met band en al ( dat weer wel) mag ik , meerijden door de tuin dat scheelt mij een half voetbalveld lopen man.
Jouw mamma moet goed leren hoor, dus je mag haar niet te veel plagen hoor!!Luisteren naar Charrebar. Enne je doet er goed aan de buurt veilig te houden voor stukken rapaljus ( dat hoor ik mensen wel eens zeggen, dat schijnen baggeraars te zijn, of in ieder geval een stel klieren)Maar zoek nou geen bonje met de hele buurt, want rood valt op en voor je het weet heb je een pak op je falie, nou ben je dan klaar!! Niet dus.
Ik heb hier van de week ook al een beetje ruzie gehad met een eekhoorn, zo een pluizebol die je gedag zwaait met een bonte staart, wat een hebberd is dat zeg, nou ik heb het gelijk opgeschreven hoor voor de anderen, dat ze niet zomaar aannemen dat het van die lieverdjes zijn die notenkrakers, laat ze lekker gaan zingen of baletteren, er schijnt een ballet te zijn dat de notenkraker heet, zit die danser zeker met een noot tussen zijn benen die noten te kraken op het podium voor de mensen ,
Nieuwe kunst heet dat...
Nou goser, ik hoor nog van je en tot tokkels maar weer, o ja hier de foto van mijn taxi, lux man,.,.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Hey Ouwe Dibbes
Ik ben blij dat mijn bazinnetje jouw avontuur heeft voorgelezen, weet ik nu ook hoe ik met zo'n bruine boomklimmerd moet omgaan. Niet dat wij die hier in de tuin hebben, maar in de wijk wel.
En weet je, die lomperd van hiernaast, je weet wel, van die rare buuf, nou, die had er laatst eentje te pakken. Was al een ouwtje, net als jij zeg maar, en die was niet zo snel meer. Die lomperd heeft hem meegenomen voor zijn vrouwtje, joh nooit geweten dat die zo kan gillen......leek wel een brandweersirene. Ik kon dat allemaal goed zien vanuit mijn uitkijkpost en ik ben me daar toch boos geweest, wil je niet weten.
Maar goed, uiteindelijk is het voor die boomklimmerd toch niet helemaal jofel afgelopen, hij had zijn staart geknakt en een boel schrammen op zijn rug.
Later heb ik nog eens een stevig gemiauwd tegen die zwarte van hiernaast, dat ie toch niet zomaar alles uit de bomen kan halen en zo, en datie het niet meer moest doen als ik in de buurt ben, kon ie een peer tegen zijn harsens krijgen (en dan bedoel ik niet het fruit, wat ik overigens heel lekker vind, maar dat terzijde) Hij heeft beterschap beloofd, maar ik hou hem in de smiezen hoor.
Pootje van Polleke en de rest van de bende
Tekst en foto van Loes Ruyten©
Augustus 2011
KENNIS GEMAAKT MET JAKKO

Al die bladeren die hier nu naar beneden vallen zijn een gymnastiekoefening voor mij, wil je niet weten. O je wilt het wel weten! Nou vooruit dan maar ik ben ook de beroerdste niet.
Sinds de zomer hier voorbij schijnt te zijn en ik toch de zon nog regelmatig op mijn bolletje voel, worden de bomen eigenlijk wel kaal, En die mesjoggene ( lees gekke) eekhoorn die Leny Eekie gedoopt heeft, die geniet als een echte eekhoorn in het bos. Want sinds de bladeren vallen zie ik die bruine gladjakker steeds vaker op de grond rennen door de blaadjes en dan met volle bolle wangen weer de bomen in en uitschieten. Ik moest gelijk aan mamma Leen denken met die bolle toet. Sorry mammie. Die zoekt zeker vast zijn knabbels voor de winter. Nou en dat alles op mijn terrein, die durft. Tot van de week, toen had ik hem even te pakken, Ik zag hem en riep gelijk “Hé jij daar, wat doe je op mijn grond?”
Hij stopte in zijn vaart, want die bruintjes zijn snel, gossiemossie, alleen naar het kijken word ik al moe.
“Hallo”, hoor de ik slijmerige piepstem,
“Hallo, ik ben Jakko en ik moet eten zoeken voor mijn vrouw en ons aanstaande spruit.”
“Kun je dan niet beter gelijk spruitjes bij de groenteman kopen?” vroeg ik dom kijkend naar zijn eten, dat geknabbel tijdens een gesprek vind ik niet horen, maar ach wie ben ik nou helemaal.
“Wat is dat nou voor een man” vroeg hij met een verbaasde stem. Die knakker wist echt niets van de buitenwereld, maar dat zou misschien komen omdat hij alleen in de bomen woont. Althans dat vertelde hij mij ineens. En voor wij er erg in hadden zat die pluimstaart aan de ene kant van het gele hekje en ik aan mijn lijn van vijf meter met tien kilo bellen eraan aan de andere kant van het hek. Veiligheid verzekerd, alleen dat geknaag van die knakker vond ik zeer irritant, buiten het feit dat die twee tanden speciaal hiervoor ontworpen waren volgens mij. En steeds met een volle mond praten, midden in mijn toeter.
‘Jakko niet om het een of ander maar je praat met consumptie, mag je zelf houden hoor ik heb zelf eten binnen’. Hij trok zich er niets van aan en vroeg natuurlijk verder, zijn wereld was totaal anders dan die van mij. Ik vertelde hem dat ik een kat was en met twee moeders leefde, zeer gelukkig op mijn terrein en het brutaal van hem vond dat hij elke keer over ons land huppelde en zonder iets aan mij te vragen maar overal en nergens eten jatten.
“Ja, maar hoe kom ik anders de winter door?”
“Kun je geen bladeren eten dan, dat scheelt mijn moeders een hoop gehark elke keer.”
‘Nee, wij eten geen bladeren maar hazelnoten en beukennoten, dus aangezien jullie twee van die prachtige jongens op dit terrein hiervoor hebben staan is dat voor ons een verzekering dat er gelukkig genoeg eten voor ons is, zodat ik niet te ver weg hoef van huis om boodschappen te halen.” En vrolijk begon hij weer aan een of ander bruin nootje, was wel makkelijk hij had ze toch al in zijn bakkes zitten.
“Voorlopig zie ik dat je de halve voorraad voor de winter al naar binnen zit te werken, jij bent een keel zeg!” Ja, sorry hoor kon het even niet laten, die knakker zat gewoon te tokkelen en te sprokkelen terwijl hij zat te vertellen dat hij voor de winter in moest slaan voor zijn gezin. Wat een egoïst zeg, die zat voor de winter al te hamsteren, die dacht ‘hoef ik met de kou niet naar buiten!’´Wanneer moet je vrouw die kleine in de bomen loslaten?” Tja weet ik dat zoiets anders heet.
“Nou ze is al ver heen hoor, kan ieder moment gebeuren, vandaar dat ik nu extra veel nootjes insla voordat het te koud wordt. Dan kan ik erbij blijven als zij moet werpen.”
“Gooit ze die kleine dan gelijk uit de boom?” Mijn verontwaardiging over zoveel hardheid tegen je eigen kind ging mij te ver hoor, zo ga je niet met je kleintjes om. Wat een ondier zeg!
“Nee domoor, natuurlijk niet zo noemen wij dat als vrouwlief een kindje ter wereld brengt.” Hij schudde met zijn bruine pluimhoofd en ik moest even aan een indiaan denken toen ik hem zag schudden van de lach. Ik voelde mij lekker voor Jan met de korte achternaam zitten. Had ik weer iets doms gezegd of zo?

“Oké, jij je zin, wat jij wilt, maar weet wel Jakko, dat dit alles mijn terrein is gozertje en dat je niet je zusjes broertjes neefjes en nichten en oma en opa en nog meer van dat bruine spul hier de boel laat kaal plukken hoor. Ik discriminiteer niet of zo, wit of zwart kan mij het schelen, het is dat je vrouw moet verwachten op een kindje maar dan moet je toch ergens anders boodschappen gaan zoeken, want mijn vrouwtje kwam gisteren ook met een bende kastanjes aan die ze op haar hoofd heeft gekregen van een boom. Toch lief dat mijn mamma Leen zomaar van die puntige stekelvarkens op haar tets kreeg terwijl ze foto’s aan het maken was.”
Het was een waarschuwing naar hem toe maar eigenlijk wist ik wel dat ik in deze toch de verliezer was, ten eerste, de boom stond op het stuk land waar wij altijd de auto neerzetten en ik kan daar niet bij met mijn lijn, ten tweede, dat bruine vraagteken ( ooit zo een staart gezien?) is zo snel, tegen de tijd dat ik bij het hek ben is hij al weer thuis met zijn bakkes vol noten.
Nou ja, eigenlijk moet je elkaar helpen in het bos, daar is het tenslotte het bos voor.
Dus laat ik hem maar zijn gang gaan.
En dus zie ik hem nu elke dag even zwaaien naar mij, terwijl ik achter de ramen naar buiten kijk, hij gaat met regen en onweer die boom in, komt volgeladen met een bolle toet weer als een speer aanrennen, zwaait dan met zijn staart en gaat gedraaid de bomen in om eventuele vijanden of afpikkers in verwarring te brengen,
Nou dat heeft hij bij mij al geflikt. Ik heb nu een kurketrekkersnek van dat gezoek waar hij nou weer zit wanneer hij de boom inschiet, wat is die snel zeg. Hoop alleen dat hij niet zo snel met een gezin stichten is, want de nootjes moeten natuurlijk ook de kans krijgen om groter te worden….
Love en huggies van Charley
Al
Maak jouw eigen website met JouwWeb