Charley’s droom.

 

Op zijn dooie gemak loopt Charley door de hoofdstraat en bekijkt zich de dagelijkse beslommeringen. Aan de overkant ziet hij dat de melkbar wordt verbouwd en over een paar dagen open gaat. De visboer hangt een bord buiten waarop staat dat er vrijdag kibbeling wordt uitgedeeld. Vreemd, want de visboer is doorgaans zo gierig als het maar zijn kan.

Bij het hogegrasveldje stopt Charley en hij ziet weer die snel voorbij trekkende en onheilspellende wolken. De herinnering aan wat hij zag bij het einde van de hemel in het vorige verhaal, staat hem weer heel duidelijk voor ogen.

 

Nieuwsgierig geworden sluipt hij naar de plek toe en bij het rood/witte hek blijft hij staan en kijkt angstig om hem heen. De waarschuwing van de poortwachter was heel duidelijk en doet hem ineen krimpen. Maar dan gaat hij tot bij het hek en ziet weer die dingen waarvan hij vorige keer alleen maar flarden zag. Beelden uit het verleden gaan aan Charley voorbij alsof hij ze zo kan pakken.

 

Charley ziet de stad waar hij leefde, en het huis herkent hij. De trap naar de zolder waar hij altijd speelde met zijn belletje, en de slaapkamer van zijn aardse mamma’s. Het lijkt allemaal net echt, zo duidelijk ziet hij alles. Heel even overweegt Charley om over het hek te springen en naar zijn aardse mamma’s terug te gaan, maar dat beeld van die dreigende poortwachter houdt hem tegen. Ook de reprimande die hij van de allerhoogste kreeg was niet mis te verstaan. Uit frustratie rammelt Charley zo hard hij kan aan dat hek als hij hardhandig bij zijn schouder word gegrepen.

 

Wild slaat Charley om zich heen en hij wil vluchten, maar het gaat niet. Twee voorpoten rammelen Charley door elkaar en ergens in de verte hoort hij een krakerige stem zijn naam roepen. Charley houdt zich angstvallig aan het hek vast maar hij wordt er van weggetrokken en meegesleurd. De krakerige stem wordt luider en luider en Charley opent angstig één oog, en hij ziet in een waas Harry staan roepen en rammelen. Even duurt het en dan is Charley wakker en kijkt verdwaasd om zich heen waar hij is.

‘Wat is er?’ Vraagt Charley en dan merkt hij dat hij in het hoge gras ligt.

‘Kom nou meehee, want wij moeten nog onze taken uitvoeren.’ Kraakt Harry’s stem.

 

Wat is Charley blij dat dit maar een droom was. En wat voor droom. Eentje die hij voor altijd zal koesteren want zijn aardse mamma’s blijven voor hem altijd nummer-1!

Maar was dit wel een droom? Of heeft Charley meer gezien dan goed voor hem is? Misschien dat wij dit nooit zullen weten.

 

©Alley Cat.

Even een bijgetokkel hoor

 

/assets/img/placeholder.jpg

 

Buuf is geverdwenen en nu hebben we een nieuwe. Ze is best wel aardig en ik denk dat er ook zo'n kindje as dà klein mènneke rondloopt, maar dan een groter formaat. 

Het enige nadeel is, is dat ze ook 2 poezenbeesten heeft. Eentje is zwart-wit en die ander is wit-zwart. Da's om he makkelijk te maken.


Dat die 2 poezenbeesten nog niet weten dat er hier ene Belg rondloopt kan je ze niet kwalijk nemen, ik heb ze een gewaarschuwing gegeven, maar ja, als ze mij niet willen geloven........


Dan kan je erop gaan zitten wachten dat het fout loop, en nog goed ook!zwart=wit mocht na een paar weken naar uiten, en wat denkie?? Gaat ie in mijn tuin (en de tuin van diejen Belg) zitten. Hoe dom kan je zijn.........Diejen Belg heeft hem ook directement de schutting opgejaagd en daar istie blijven zitten tot zijn vrouwtje thuis kwam.
Nu maar hopen datie zijn lessie heeft geleerd en die wit-zwarte heeft geverteld dat ze maar beter uit onze tuin kunnen blijven.


Voor de rest heb ik niet zoveel te vergetellen, want ook ik wor een beetje van de oudere net als Charley natuurlijk en ook ben ik niet meer zo van de zeurderige tiepjes dat overal en overal over struidekelt met mijn vier stokken dat men poten noemt. Maar goed, ik wilde jullij wel even op de gehoogte houden over het hiero, zodat ik lees wat er zodaro af en toe gegaat gebeuren.


Gartoetjes van Polleke en het vee.

                      

             Charley ziet het einde.

         

 

 

        

 

Na het laatste avontuur waarbij barhond Yvette is gered en teruggebracht lopen Charley en Harry op hun gemak door de hoofdstraat te kuieren. Aan de overkant zijn ze druk bezig om de melkbar op te knappen. De visboer komt naar buiten en gooit een halve makreel naar ze toe; bij wijze van sociaal gebaar. Glimlachend gaat hij weer naar binnen.

 

‘Heb jij de laatste geruchten al gehoord?‘ Zegt Harry terloops en in het niets kijkend.

‘Wat bedoel je?’ Vraagt Charley.

Harry legt uit: ‘Toen ik vorige week het muizenveldje controleerde hoorde ik piepstemmetjes praten over dat ze het einde van de hemel hadden gevonden, maar dat dit wel heel erg geheim moest blijven.’

Als ze de hoek omlopen en op het hogegrasveldje stoppen, eten ze de rest van de makreel op en filosoferend over deze geruchtenstroom zien ze de mooiste beelden in hun fantasie voorbij komen.

‘Maar willen wij dat eigenlijk wel weten, dat de hemel eindig is?’ Vatten ze resumerend hun gedachten samen.

 

Spiedend uit zijn raam of iedereen slaapt en de kust veilig is sluipt Charley er diep in de nacht alleen- en op zijn tenen tussenuit en zoekt de weg die volgens de geruchtenstroom naar het einde leidt. Wat opvalt is dat gaandeweg de nachtelijke hemel anders kleurt dan die hoort te zijn. Vaal rood met dreigende- en snel bewegende wolken. Op straat is niemand te zien en huizen staan hier ook niet meer. Niets anders dan een kale vlakte ziet Charley. Maar dan, verderop in die straat, ziet hij een groot verkeerbord midden op de weg dat elke doorgang versperd. Nieuwsgierig geworden loopt Charley door, tot aan het bord. En wat hij daar ziet?

 

Verschrikt draait Charley zich om en hij wil teruglopen maar wordt tegengehouden door de poortwachter. Dreigend, in een glimmend harnas gestoken en met een lans in zijn voorpoot staat de gigantische poortwachter voor Charley.

‘U kunt hier niet zomaar binnen lopen!’ Waarschuwt de poortwachter.

‘Maar ik ben Charley: The Man from Heaven!’ Bibbert Charley angstig.

‘Jahaaah, dat zegt iedereen die hier naar binnen wil. Bewijs dat dan maar eens.’ Brult de poortwachter.

 

Toevallig …., en gelukkig staat Harry plotseling achter de poortwachter met de ID-card van Charley te zwaaien en angstig te miauwen. De poortwachter controleert de card van Charley en brult: ‘En nou opgesodemieterd. Scheer jullie weg en laat je hier nooit meer zien want dan smijt ik jullie achter dat hek en kom je nooit meer terug in de kattenhemel!’

 

Zo hard als ze kunnen rennen Charley en Harry op hun vier pootjes terug, terug naar hun veilige onderkomen. Puffend, en hun voorhoofden afvegend storten ze neer in hun stoelen.

‘Zwijg!!!!’ Knarst Charley tegen Harry met een zwaaiend voorpoot gebaar, zonder dat Harry ook nog maar één woord heeft gezegd: ‘Ik wil er niets meer over horen!’

 

Hoe zal dit aflopen mensen? En zullen de twee hier nog meer van horen? Wij moeten geduld moeten hebben en duimen dat dit goed afloopt.

 

©Alley Cat.

 

 

 

 

 

 

                       Charley en het Godswonder.

 

Bekomen van de schrik bij het zien van drie van die maffiagasten steekt Charley vol bravoure van wal en vraagt wat er met de melkbar gebeurd is, en vooral waar Yvette is gebleven.

“Dat zijn onze zaken en die gaan jullie geen moer aan!” Brult de zwarte kater ze toe en meteen dirigeert hij de twee kleerkasten op het moedige duo af en die gaan met hun grote grijpklare voorpoten dreigend voor Charley en Harry staan. Maar dan plots, als door een Godswonder, bevriezen de drie boeven in hun bewegingen en staan bewegingloos voor het trillende duo. Want ook in de hemel schijnt toch wel gespuis te zitten als ik dat zo om mij heen zie. Gelukkig dat Charley en zijn maten dit goed in de gaten houden..toch???

 

Charley kijkt Harry aan en zegt: “kom op dit is onze kans om weg te komen.” En ze rennen de gang op en de trap af. Onderaan de trap staat een emmer water die Harry omver loopt. Door het kabaal komt de schoonmaakster om de hoek kijken en met open mond kijkt Charley haar een volle minuut aan.

 

/assets/img/placeholder.jpg

“Yvette!” Schreeuwt Charley en hij wil haar omhelzen maar Yvette houdt hem tegen.

“Niet doen joh, als ze dat zien krijg ik nog meer straf.”

“Niks mee te maken”, zegt Charley: “jij gaat nu met ons mee terug, en doe die vieze werkkleren uit.”

Wantrouwend gaat Yvette mee maar als ze eenmaal terug in het kantoor zijn vallen alle zenuwen van haar af.

 

“Ik ben zo blij dat jullie mij hebben gevonden en ik weer terug ben bij jullie.” Blaft Yvette op haar bekende pieptoontje. Charley en Harry leggen haar uit wat er gebeurd is en dat zij nergens meer bang voor hoeft te zijn.

“Wij gaan ons best doen om de melkbar weer open te krijgen zodat jij daar weer met plezier jou werk kan gaan doen.”

Barhond Yvette weet niet wat ze moet zeggen en de boys brengen haar, galant als zij kunnen zijn, naar de logeerkamer.

 

Maar dan ineens staat de allerhoogste voor Charley’s neus die vraagt of alles goed is gegaan. Charley verteld over dat de boeven ineens verstarden en ze daardoor aan hun konden ontsnappen.

“Ik zag het gevaar,” zei de baas: “en ik heb even ingegrepen en die boeven uit de kattenhemel verjaagd. En de melkbar? Nou, die mogen jullie weer openen hoor. Maak er maar wat moois van.“

 

Charley en Harry ploffen verbaasd tevreden op hun kussen neer en schenken zich een heerlijke borrel in. In de hoek zit nog iemand die verbaasd is, ik dus: Alley Cat! Opgelucht en lachend schrijf ik de avonturen op en proost mee met het duo.

 

©Alley Cat.

 

 

CHARLEY HAALT VERHAAL                      

 

Charley zit aan zijn bureau, en met zijn linkervoorpoot onder zijn kin trommelt hij met zijn rechter voorpoot ongeduldig op het blad. Charley denkt na! Wat zijn denken overheerst is vooral waar Barhond Yvette is gebleven. Hier moet hij met de allerhoogste hemelbaas over praten want er klopt iets niet.

 

Op audiëntie bij de allerhoogste loopt Charley op bibberende pootjes het vertrek binnen. Vriendelijk en geruststellend wordt hij begroet en hem wordt een stoel met een heerlijk kussen aangeboden.

“Vertel eens: wat is er aan de hand?” Vraagt de opperbaas en Charley vertelt over de melkbar en dat iedereen zomaar verdwenen is.

“Ja zelfs onze Yvette is weg. Weg, zonder maar één spoor na te laten.”

 

De grote baas kijkt in zijn glazen bol en trekt een bedenkelijk gezicht.

“Eigenlijk hoor ik alles te weten wat er zich in de kattenhemel afspeelt maar deze heb ik dan toch gemist.” Zegt de baas, wrijvend over zijn kin.

“Wil jij dit voor mij oplossen Charley? Samen met jou vriend en collega Harry? Dan zal ik je het adres geven van die piechem die dit veroorzaakt heeft. Maar kijk uit hé: dit is listig.”

“Wat is een Piechem?” Vraagt Charley.

“In de aardse woordenschat is dat eigenlijk een rot jochie: een boef dus.” Legt de opperbaas uit. Hij schudt Charley de hand, en wenst hem alle succes.

“En je weet Charley, dat ik altijd achter jou sta.” Knipoogt de opperbaas en hij laat Charley uit.

 

Harry zit al ongeduldig te wachten en wil weten wat zij gaan doen. Charley verteld wat hij weet en samen overleggen zij en bepalen de strategie.

“Ik heb een naam en adres,” zegt Charley “en daar gaan wij nu eerst eens een kijkje nemen.”

 

Het adres voert ze door een obscuur steegje maar dan vinden zij het huisnummer en gaan binnen. Op één van de deuren staat de naam die Charley heeft mee gekregen en hij bonkt op de deur.

“Binnen!” Roept een kraakstem. De twee stappen binnen en verstijven ter plekke van schrik over wat zij zien.

Een groot bureau met daarachter een zwarte kater, gekleed in een colbert, een zonnebril op, een gleufhoed en een stuk sigaar in zijn mondhoek. Naast de zwarte kater staan twee grote katers van een kaliber waar Harry bij in het niet verdwijnt.

 

Geschiedschrijver Alley Cat houdt het even voor gezien en sluipt langzaam achterwaarts naar buiten. Nee, ik wacht wel tot die twee weer naar buiten komen; dat lijkt mij veiliger denkt hij.

Zou er eigenlijk nog een vervolg komen?

 

©Alley Cat.

 

 

EENTJE UIT DE OUDE DOOS VAN CHARLEY

 

MOORDNEIGINGEN.

 

 

Wat denk je? Nou? Waddeffe zal bij het begin beginnen, anders snap je er geen beukenoot van. Zit ik van de week op mijn grasveld, had mama Claudy lekker gemaaid dan ruikt het tenminste weer naar gras, zit ik aan die takkelijn van vijf meter vast, met daaraan natuurlijk mijn bandje met veel koeienbellen zodat de vogels zich een ongeluk schrikken mocht ik de kracht hebben om uit te halen. Maar ik ben al vijftien zeg, wie denken die gevleugelde knakkers wel niet dat ze zijn. Ik hou het bij mijn eigen katte-eten, want die bolle wil toch niet dat ik een vogeltje vang en trouwens wat moe ik er dan mee?

 

Dus ik zit midden  in mijn veld zie ik ineens die Eekie van Leen spelen in de boom recht tegenover mij, draaiend en zo snel dat ik na twee minuten verbaasd kijkend een kurketrekkersnekkie had. Leen ziet mij van die achterlijke bewegingen maken, dacht zeker dat mijn kanis eraf rolde dus die roept naar ma Claudy die buiten was maar zoals gewoonlijk met haar toeter in de aarde zat om de planten te voederen.

 “Kijk nou eens naar Charley, wat heeft die nou!”

 

Moet ik wel even vertellen dat Leen lekker binnen zat ( is geen zonnefreak) en geeft dan via de openstaande deuren commando’s aan mama Claudy, zonder van haar zuigertje op te gaan staan hoor, want madam zit achter Beppie haar Leppie ( zie je dat die vrouw niet helemaal jofel is, die tofelemoon).

 

Clau ziet direct dat die Eekhoorn van Leny mij loopt te jennen en uit te dagen. Maar ik zit aan die takkelijn vast en dat bruine ettertje was zo snel, daar kan geen pingpongbal tegenop, alhoewel ik hem er best een wilde verkopen. Zo heel snel een linkse directe op zijn voorgevel. Maar toen ik die twee uitstaande tanden zag had ik zoiets van: “Dat is familie van Dracula, wat een slagtanden zeg. Ik schrok mij rot. En ondertussen maar van boven naar beneden in die boom ronddraaiend om mij mesjogge te maken. Mijn nek deed er zeer van en ik kon mezelf niet lostrekken anders was ik wel die boom ingesjeesd ( geloof ik, heb ik ook nog nooit gedaan)

 

Leen riep tegen Claudy dat zij mij weg moest halen bij Eekie omdat zij niet wist wat Eek zou gaan doen. Nou ik wist het wel maar kreeg de kans niet, Clau pakte mij radicaal onder haar lieve mooie armen en aaiend en troostende woorden in mijn oren fluisterend zette zij mij in de hut.

Ja dag ma Clau ik wil naar buiten. Maar ma Clau zocht naar Eekie om hem even een andere boom uit te laten zoeken zodat haar kat zijn nek weer in de juiste positie kon draaien ( je kon met mijn nek echt een fles wijn openmaken door dat gedraai van die bruine knakker)

Eekie was al foetsie en ik mocht weer naar buiten.

 

En na lang zoeken zag ik ver boven mij in een boom een klein Eekie zitten. Was zeker de kleine illegaal uit de schuur van verleden jaar die daar geboren is ( o nee, dat waren de roodborstjes) En die rooie rakkers komen nu elke dag even gedag zeggen naar die bolle. Is dat lachen dan!!!

Ik ben er in ieder geval achter dat Eekie nooit mijn vriendje zal worden, die is mij te snel, zijn twee voortanden zijn mij te groot, daar kan je een winterpeen in één keer mee schoonmaken. En ik weet ook eerlijk gezegd niet wat een eekhoorn is, ik wacht wel tot die bolle even op internet gaat kijken naar  een site van die beesten, daar leert ze van. Eigenlijk zou ik die bolle eens vast moeten leggen op het grasveld en dan eens laten kijken naar een eekhoorn in F16 vlucht in een boom en maar rondjes draaien. Die spekkenek houd er geheid een nekhernia aan over…

Het leven van een kat aan een touwtje is zwaar hoor dat is nu maar weer bewezen.

 

Huggies van CHARLEY

 

Charley: the man in Heaven.

 

Ja beste lezers: Charley, samen met zijn vriend en collega Harry pakken de draad weer op in dit nieuwe jaar. Maar niet zonder eerst iedereen een heel mooi en gezond 2015 toe te wensen.

 

In de kattenhemel was onlangs beroering en paniek. Dat werd veroorzaakt door het aardse vuurwerk, en geknal op oudejaarsavond. Veel aardse poezenbeesten raakten daardoor getraumatiseerd doordat zij zich het hubbeskelubes coïtus interruptus zijn geschrokken. Charley en Harry hadden daar de voorpootjes aan vol om alles weer in het gareel te krijgen. Maar de rust lijkt nu weergekeerd.

 

Charley loopt langs de kooien waar de nieuwkomers in zitten. Die hebben door uiteenlopende redenen het aardse leven gelaten voor wat het is en kunnen hier alvast wennen aan het leven in de kattenhemel. Een voorpootje hengelt uit een kooi naar een stukje vlees dat uit de kooi is gevallen maar kan er net niet bijkomen. Charley krult zijn voorpoot en hockeyt het stukje vlees naar de kooi zodat de poes het kan pakken. Niet begrijpend kijkt de poes Charley aan want in plaats van het zelf op te eten geeft hij het terug aan de poes.

“Ja” zegt Charley: het is even wennen hier in de kattenhemel maar wij zijn hier om elkaar te helpen en elkaar een plezierig leven te geven. Knipogend loopt het duo verder.

 

“Heb jij eigenlijk nog plannen om de castratie van katers weer te herstellen naar hun oorspr…” Wil Harry vragen maar die wordt meteen de mond gesnoerd met: “Hou jij nou eens een keer op met dat gezever?”

“Nou, ik wist niet dat je kwaad werd”. Mompelt Harry en stevent op de melkbar af.

 

Opvallend is dat barhond Yvette er niet is. Er is ook niemand om te bedienen, en dus ook niemand om sociaal tegenaan te praten. Sip zit Harry aan zijn tafeltje en ontdekt dat je nu zelf je bakkie melk moet gaan halen aan de bar, en dat bij de pinautomaat direct moet afrekenen. Even later hobbelt Charley binnen en gaat bij Harry zitten. Beide spreken hun ongenoegen uit over deze onwelkome verandering. Wat een ongezellige boel is het hier geworden zeg. En waar zou Yvette uithangen? Onbeantwoorde vragen waar het duo zich terecht zorgen over maakt.

“Daar wil ik het mijne van weten.” Knort Charley en zij verlaten deze sfeerloze tent.

 

Huiver mee met de gedachten over wat de twee gaan ontdekken, en hoe zij dat gaan oplossen.

 

Maar hopelijk daarover een volgende keer.

 

©Alley Cat.

Maak jouw eigen website met JouwWeb