43. Charley krijgt een naam. (voor vorig verhaal, zie januari)

 

Met kloppend hartje sluipt Charley op zijn teentjes door de gangen, op weg naar het hok van zijn nieuwe baas. Hij had al gezien wat een stuk ellende dat was dus veel goeds verwachtte hij niet. Met een handgebaar werd hem wel een zit plek aangeboden. Na een tijdje tilt die chargerijn van een kater zijn kop op en kijkt Charley onderzoekend- en afwachtend aan.

 

“Waar je hier nu bent kennen wij geen rangen en standen, iedereen is hier gelijk, dus ook jij! Namen en titels pakken wij jou hier af. Ik ben hier de baas en daar moet jij het mee doen!”

Charley kijkt stomverbaasd naar die blaaskaak en begrijpt niet wat hem overkomt.

“Jij kan kiezen uit de namen die nog vrij zijn. En dat zijn: Oortjes, Haartjes of Staartjes.”

“Maar ik ben Charley, The Man from Heaven.” Begint Charley en hij wordt meteen de mond gesnoerd.

“Allemaal niks mee te maken. Nou zeg op: welke naam wordt het want ik heb niet de hele dag de tijd voor jou.” Trommelt de kater ongeduldig op zijn bureau.

Charley herinnert zich ineens een vroegere buurman toen hij nog op de aarde leefde. “Dan wil ik Kamphuis heten.” Zegt Charley vol bravoure.

“Kamphuis? Bwahaha …..” En de kater rolt schaterlachend door het hok. “Wie wil er nou Kamphuis heten. Maar oké: als jij dat wil dat heet jij vanaf vandaag Kamphuis! En nu opgehoepeld want ik heb meer te doen. Aan je werk jij!”

Welk werk denkt Charley, ik heb nog helemaal geen opdrachten gekregen: van niemand. Ik kan nu wel Kamphuis heten hier in de Rommelhemel maar toch luister ik alleen naar mijn echte naam: Charley!

Slenterend loopt hij door de gangen en kijkt wat er zich zoal achter de ramen afspeelt. Het zegt hem niets.

 

Als hij zijn hok weer in komt krijgt hij slaap en gaat op zijn kleedje liggen om in een hele diepe slaap te vallen. Er zit iemand tegenover hem die vriendelijk naar hem lacht. Charley kijkt hem aan en begint hem te herkennen. Dat is de allergrootste baas uit de kattenhemel: zijn vriend! Meteen hoort Charley hem praten en de baas vraagt wat hij ervan vind hier.

“Wat een boevenbende is het hier, en al die onvriendelijke Perzische kattenhaters. Ik wil terug naar mijn vrienden in de kattenhemel.” Klaagt Charley.

“Dat zal nog even moeten wachten.” Zegt de hoogste baas. “Eerst hier jou werk doen, want ik heb jou niet voor niets hierheen gestuurd. Jou taak is om hier orde te gaan scheppen. En denk erom: ik kijk altijd over je schouder mee met jou en zal je redden als dat nodig is.” Met een aai over zijn bol verdwijnt de hoogste baas weer net zo snel uit Charley’s droom als hij gekomen is.

 

Charley doet zijn ogen open en merkt dat hij naast zijn kleedje ligt. Verbaasd gaat hij rechtop zitten maar ziet niemand. Heeft hij dit dan gedroomd? Is dit zijn taak hier?

Dan zullen wij eens zien wat hier veranderd gaat worden, denk hij en stapt vol bravoure de deur uit: op naar dat vervelende hondenhok.

 

Ik hoop je daar de volgende keer over te vertellen.

 

©Charley.