~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

  1. Charley in de Rommelhemel. (zie januari voor deel 41)

 

In het laatste verhaal ging Charley op reis naar zijn nieuwe baan, ergens naar verweggistan, in een hele andere dierenhemel. Weet je nog? Nou vandaag zit Charley op zijn nieuwe kamer en heeft hij zijn koffertje uitgepakt. Sip zit hij voor zich uit te kijken, niet wetend waar hij nu moet beginnen.

Een klein rechthoekig kamertje heeft hij nu, met maar één klein raampie aan het eind. Wat een afgang hier. In de kattenhemel had hij nog een mooi kantoor en zijn vriend Harry, maar hier is helemaal niets. Armoe is het!

In deze hemel zitten allerlei beesten. Cavia’s, kittens, konijnen, honden, vogels, en ja: zelfs vogels die kunnen praten als mensen. Wat ook even wennen is, is dat Charley nu zelf dit dagboek moet schrijven want Alley Cat is er ook niet meer bij. Lusteloos schrijft hij op wat hij ziet, en vooral denkt. Ook het lettertype bevalt hem niet want op het zojuist gekregen ipodje kan hij dat niet zelf veranderen. Samengevat vind hij het één grote Klerezooi hier!

Hij gaat naar buiten en kijkt waar hij in terecht gekomen is. Hier zitten de dieren niet in hokken of kooien maar gewoon op een stuk grasland. Elke diersoort heeft zijn eigen graslandje en ze kunnen daar vrij op rond lopen. Charley probeert over het hek te klimmen en wil naar de konijnen toe maar die komen massaal op Charley af en gaan dreigend voor hem staan. Met een noodsprong springt Charley terug over het hek en bekijkt alles nog eens vanaf een veilige afstand. Man-o-man: waar is hij nu in vredesnaam in terecht gekomen.

De baas hier is ook niet één van de vriendelijkste. Erg kort van stof en hij luistert niet eens goed naar wat Charley zegt en duidelijk wil maken. In telegramstijl wordt Charley verteld wat hem te doen staat en dan wegwezen.

Langs het hondengrasveldje loopt hij. Valse rotkoppen blaffen de lelijkste blafwoefsels naar Charley die van schrik ineen krimpt van al dit woeste geweld. Een kwijlende Buldog haalt een ander gebit uit zijn heuptasje. Eentje met hele grote slagtanden, en hij ruilt dit gebit om met de tanden uit zijn mond. Nu ziet de Buldog er nog angstwekkender uit. Boos kijkend en kwijlend grommend met de slagtanden ontbloot staat hij met bloeddoorlopen ogen voor Charley. Gelukkig maar dat er een hek tussen staat.

                                 

 

Aan het einde van de dienst zit Charley in zijn kamertje. Foto’s van zijn aardse mama’s heeft hij niet. Alles moest hij inleveren. Wat hij wel heeft zijn de herinneringen. Herinneringen aan zijn grote vriend Harry, aan barhond Yvette, aan de melkbar; en aan zijn aardse mama’s.

Charley zit op zijn kleine kontje met zijn staart om zijn pootjes heen gevouwen. Zijn kopje hangt verdrietig naar beneden. Hij wil weg van hier, terug naar zijn vrienden in de kattenhemel. En weer terug kunnen naar zijn aardse mama’s al was dat alleen maar om even zachtjes in hun oren te spinnen maar zelfs dat is hem hier niet vergund.

Benieuwd naar wat hem allemaal nog te wachten staat, slaat Charley zijn dagboekje dicht en probeert te slapen.
Charley huilt tranen van een liter en kruipt snikkend diep onder zijn dekentje weg.

Tot de volgende keer: Charley.

Maak jouw eigen website met JouwWeb