
Hoe Charley het hoekie om gaat.
Kattenhemel deel 41
(Zie voor het vorige deel , januari 2016) Archief.
s’ Morgens wordt het duo fit wakker en zij liggen nog dromerig om zich heen te kijken. Harry staat als eerste op en begint zich uit te sloven met halters en de loopband. Charley denkt er het zijne van wast zich eerst vanaf zijn oortjes tot aan zijn achterpootjes.
Bij de koffie komt Harry met een berichtje, van de aarde. “Daar zou ene Valentijn rondspoken uit jouw naam. Is jou daar iets van bekend?” Vraagt Harry.
“Geen ruk!” Zegt Charley en hij leest wat er zoal staat. Bedenkelijk kijkt hij Harry aan maar zegt niets. Er spelen andere zaken in dat Charley hoofd.
“Ohw en voor ik het vergeet: ik moet straks bij de hoge baas komen maar ik weet niet waarvoor.” Informeert hij Harry.
Later die middag komt Charley zijn vriend Harry tegen en die ziet het betrokken gezicht van zijn vriend Charley.
“Wat heb jij?” Grinnikt Harry.
Charley gaat erbij zitten en verteld aan zijn vriend wat de hoogste baas hem gezegd heeft.
“Straks vertrek ik hier, weg van jou en van de kattenhemel. Ik heb promotie gekregen en moet de zaken in een andere dierenhemel gaan ordenen want daar schijnt het een zooitje te zijn. Net als hier in het begin. Maar nu komt het: ik mag jou niet meenemen!” En Charley krijgt een brok in zijn keel.
Samen zitten zij zwijgend voor zich uit te staren en geven soms zonder aanleiding een lik over hun schouder. Meer uit wanhoop dan dat er een reden voor is.
“Weet je …” Onderbreekt Harry na een kwartier de pijnlijke stilte: “weet je nog tijden geleden dat ik gelazer had met Minous over mijn drankgedrag?”
“Of ik dat nog weet.” Zegt Charley en kijkt hem afwachtend aan.
“Loop met me mee want ik heb een geheime plek waar ik een grote fles jenever bewaar die wij nu samen soldaat gaan maken.”
Verbaasd volgt Charley zijn vriend want die geheime plek heeft hij eigenlijk nooit kunnen vermoeden, laat staan dat hij Harry ooit nog dronken heeft gezien.
Harry graaft de fles op en heeft er zelfs glaasjes bij. Samen klinken zij op hun eeuwige vriendschap en gieten al proostend het vocht naar binnen. Tijdens dit bacchanaal beginnen ze met het ophalen van hun avonturen en ze kunnen er nu hartelijk om lachen, maar soms vloeit er ook een traantje. Als de fles bijna leeg is slaan ze hun voorpootjes om elkaars schouder en nemen afscheid met de belofte dat ze elkaar zeker ooit zullen terug zien, maar beslist nooit zullen vergeten.
Harry zwaait Charley na als hij met zijn koffertje het kantoor uitkomt. Charley loopt met lood in zijn vier pootjes de straat uit. Bij de hoek draait hij zich nog even om en zwaait naar Harry. Maar dan is Charley echt verdwenen: ut hoekie om.
En Harry? Die loopt met zijn voorpootjes in zijn zakken te ijsberen. Hij vindt er zonder Charley geen reet meer aan.
Ook ik, Alley Cat, ben hierdoor werkeloos geworden. Dus of er ooit nog een volgende keer komt?
©Alley Cat.

OKÉ HIER IS IK WEER HOOR....
Op heel veel verzoekjes van mijn vele fans ( sorry lena) is mij gevraagd of ik wat oude leugens wil vertellen voor hen die hier nieuw komen lezen en/of die mijn boek niet kennen. Leny moet dat ding opnieuw uit gaan geven, maar aangezien die niet kunnende lopende figuur even uit de running (hi hihihihihii) is, kan ze even niet zo lang achter haar leppie ( beppie dus) gaan zitten. Ze is ook bezig om vriendje Valentijn lekker zwart te maken, maar ze heeft pech, want die kleurenblinde garnaal ziet niet eens dat Valentino prachtig grijs is ( geloof ik hoor). Nou hier even een kort klein eerlijk gebeurd verhaaltje uit het leven van mijn beide moeders en ik zei de held....echt gebeurd hoor!!!!!!!!!!!!!!!!
Eigen schuld.
Ik heb Leen lekker in haar grote grijpgrage handjes gebeten. En mijn poezelige tandjes stonden in haar vel. Was haar eigen schuld. Moet ze me maar met rust laten. Het is toch van de gekke dat een kat zoals ik elke dag maar weer geborsteld moet worden. Daar kan ik helemaal niet tegen. Ik snap die poezen ook niet, die ik wel eens op tv zie, die gekken laten zich stofzuigen. Dan ben je toch niet bij je plaat?Een dergelijk kat moest helemaal opgezogen worden. Dat is een schande voor ons ras.
Een kat hoort vol met klitten te zitten, lekker overal de haren laten wapperen, en gewoon in de vochtige aarde rollen. Zo een kat ben ik dus. Een pluizige aardwurm noemde mamma Leen mij. Nou die kreeg ze voor een stuiver. Ik zal het even goed vertellen. Toen ik vanmorgen heerlijk in het zonnetje lag, zag ik de bolle van Zwolle al aankomen met kam en borstel ik deed alsof ik sliep, maar Leen heeft toch nooit medelijden met mij. Ze pakte mij op, gooide mijn poezelige lichaam over haar schouder, en zo huppelde zij naar de tafel die achter in de tuin staat.
Yes, ik was de klos. Ik mekkerde nog wat, maar kreeg geen kans bij die baas. Ze borstelde mij, overal waaiden mijn mooie haren door de tuin, een kam eroverheen. Ik werd niet goed van dat gedoe. En je weet als mij iets gaat vervelen dan bijt ik, dan schreeuw ik, dan jank ik de hele buurt bij elkaar. Dan is het net alsof ik altijd maar slaag krijg van mijn moeder. Niets is minder waar, maar dat weten de buren niet. Dus ineens zette ik mijn strot open, ik schreeuwde het uit, sloeg met mijn voorpoten naar Leen, en terwijl ik naar haar knalde beet ik gelijk in haar handen.
Ze gaf een gil, en riep dat ik een rotjoch was. Maar dat was oud nieuws, dus ik ging gewoon door met mijn gekrijs. Zij ook niet van den domme, die doos ging gewoon door met borstelen. Ik moest mijn tactiek wijzigen. Dus draaide ik rondom haar en de borstel, en dat lukte. Ze kreeg geen kans meer om de borstel nog eens goed over mijn mooie rug te halen. En ik, ik beet gewoon lekker door. Tot bloedens toe. Oké, was niet erg netjes van mij, maar het begon mij zo te vervelen. Dus terwijl Leen haar bloedende hand tegen haar mond drukte, nam ik de kuierlatten. Maar die bolle erachteraan, met de borstel zwaaiend. Oei, daar was ik dus nog niet van af. Ik rende naar de keuken, en hield stil bij mijn voerbakje, in de hoop dat Leen snapte dat ik wat lekkers wilde hebben.
Tja het was het proberen waard. Leen kwam in de keuken, hield gelijk haar hand onder de kraan, en vervaarlijk zwaaiend met haar andere hand, waar de borstel nog in zat keek zij woedend naar mij. ‘’En jij dacht dat je van mij af was, nou Charley, verkeerd gedacht.”
En voor ik er erg in had, pakte zij mij ineens beet, zette mij op het aanrecht, drukte mij met alle vier de poten plat, en ze begon gewoon vrolijk verder te borstelen. Ik had dus weer eens verloren. De winnaar was Leen.
De kraan liep nog, en ik zag in een visioen dat ze boos mijn hele lijf onder de kraan zou houden. Ineens werd ik stil, rustig, kalm. En waarom? Ik hou niet van water, en zeker niet van koud water. Ik vertrouwde Leen op dat moment niet. Ze leek mij boos, en ik weet niet wat een boze Leen gaat doen. Misschien wilde zij mij af laten koelen onder de koude kraan. O man ik werd niet goed. Dus heel rustig liet ik mij de borstel welgevallen, en durfde mijn keel niet meer open te zetten.
Toen ze eindelijk klaar was zette zij mij heel voorzichtig op de grond en vertelde mij nog wat een mooie jongen ik was. En kreeg tevens een plakje rosbief, als beloning voor het feit dat ik de laatste minuten zo rustig was gebleven. Ik was zo opgelucht dat ik direct de tuin weer indook, weg van de borstel en weg van Leen. Ik wilde mijn leed alleen verwerken in mijn tuin. Ik sprong op een stoel die daar stond, maar dat had ik weer, ik had helemaal niet gezien dat er een bak opstond, en in die bak zat modder en regenwater. Tja, en Leen hoorde mij krijsen. Mijn hoofd stak uit die bak, ik probeerde nog zielig te kijken maar niets hielp. Een schaterlach, een lach die maar niet wilde ophouden, dat was mijn deel. Leen lachte mij uit. En waarom?? Gewoon, omdat ik onder de modder zat, en dus je raad het al.... ik moest opnieuw geborsteld worden. Maar ze heeft twee handen, en één hand, daar staan mijn tanden nog niet in.......
Love en huggies van Charley.

Maak jouw eigen website met JouwWeb