Jozef liep eens langs de hoeren
Had wel zin in een lekkere meid.
Liep langs de ramen te loeren,
En vond het nu weer tijd,
Om zich als man te laten gelden,
Ja hij had toch weer zo'n zin.
Dus toen hij bij zwarte Riet aanbelde,
Riep zij "Hé Jozef, kom erin."
Met wat zachte muziek, lekker licht,
Deed Riet de gordijnen dicht,
Kleedde zich langzaam voor hem uit,
En zei tot Jozef, "laat die broek maar zakken
Laat zien die lekkere fluit."
Jozef keek ietwat beschamend om zich heen,
Verlegen haast srak hij tot Riet,
"Hij werkt niet echt zoals je ziet" .
Maar Riet een vrouwe van de aardbol,
Sprak tot Jozef heel relaxt,
"Ga nou maar liggen, jij krijgt sex
"Ik maak je helemaal dol",
Jozef liggend op het bed,
Genoot van al die dolle pret,
Die Riet hem bood voor weinig geld.
Hij had stiekem op de klok gekeken,
En was drie rondjes verder,
Dan de tijd, die snel was verstreken.
Riet, kapot en moe, van al dat sexgedoe.
Vroeg "mag ik nou ook even genieten,
Jij blijft maar kogels afschieten!"
"Nee, sprak Jozef toen kordaat.
Het wordt voor mij nu tijd,
Dat ik eens op huis aangaat!"
Het moraal van dit gedicht,
Is dat de egoist op huis aan gaat,
Jozef heeft een gezin gesticht,
Maar laat zijne kwakkie,
Op de straat.
©
leny kruis
Maak jouw eigen website met JouwWeb