Augustus 2011

KOMT EEN VROUW BIJ DE DOKTER

Het was bloedheet en ik werd van het hoofdgebouw naar een zijgebouw gestuurd, want daar zat de pre-operatieve afdeling. Op mijn papier stond dat natuurlijk nergens, maar oké, ik aan de wandel. Mijn auto stond helemaal rechts aan de kant van de kinderafdeling, en ik moest natuurlijk helemaal links zijn van het terrein. Geloof me, het was een hele tippel in de hete zon.

Mijn rode kop viel mij zelfs op in de ruit van de deur toen ik een koele hal binnenkwam, mij meldde bij de balie, en toen werd ik verwezen naar de wachtkamer, alwaar de narcotiseur mij zou halen. Daar aangekomen was de stilte te snijden en toch zat het vol. En dat is natuurlijk weer iets voor mij, ik kan daar niet tegen. Na mij kwam er een echtpaar binnen, vrouwtje had hand en arm in verband en mitella.

Ze zat nog niet koud op de stoel of ze begon te vertellen aan wie het maar horen wilde, haar hoofd gericht naar haar man, maar een stemgeluid van een mammoet uit de oertijd. Iedereen kon meegenieten, en ik, ik genoot natuurlijk het meeste mee. Want wat was het geval??Juist zij had net een operatie achter de rug die ik vrijdag kan verwachten.

''Die prik in je oksel, nou dat deed me toch verrekte zeer hoor"', haar man knikte. “En dan die napijn, sjonge sjonge, daar lusten de honden geen brood van. Wat een ongemak is dit zeg. Ik zal het wel tegen de dokter zeggen voor die volgende hand, ik denk niet dat ik het doe."

Het zweet gutste mij langs het gelaat, ik voelde het zo vanuit mijn haar langs de nek en gezicht lopen, door dat verhaal van die klapperdoos kreeg ik het nog warmer. Ze keek mij aan, ik heb dat dus altijd.

''Komt u hier voor hetzelfde''?, vroeg ze mij.''Ik weet niet wat voor operatie u gehad heeft''', antwoordde ik beleefd. Maar ik zat de billen bij elkaar te knijpen, niet leuk meer. ''Nou, ze hebben in het midden van mijn hand een snee gemaakt, wel gehecht hoor, en nu kom ik voor controle, is alweer twee weken geleden, maar nog die verrekte pijn.”

 Ik wist even niks te zeggen, en dat gebeurt mij  niet vaak. Een man die naast mij zat mompelde mijn kant uit ""Niet luisteren, is een doos met jammerklachten, die zoekt aandacht.”  Nee zeg, heeft mevrouw dat gehoord, zat er natuurlijk dik in.

''Ó ja, ó ja, noemt u mij een doos met jammerklachten,” ze stond heel snel op en haar man wilde haar vasthouden, maar die gleed over haar stoel terwijl zij heel snel ineens voor die man stond. '''Noemt u mij een doos met jammerklachten?” ''Ja, natuurlijk, je zit hier iedereen de stuipen op het lijf te jagen met je geklaag, je bent toch al geopereerd, je moet gewoon die mond eens dichthouden, het was hier net zo lekker stil.”

En daar zat ik dus tussen. Die man had wel gelijk, maar ik was zo wijs om mijn snater maar te houden, want dit begon een wervelende discussie te worden, want ineens begon iedereen tegelijk te praten...

Ik volgde het niet meer, maar zag een man met een dossier een naam roepen, niemand luisterde of zag hem, behalve ik. Ik stond op en liep op hem af. ''Ja, dat ben ik'', sprak ik brutaal. Hij riep mevrouw Huppeldekutje, maar ook zij zat waarschijnlijk in de discussie. Hij pakte een dossier van de stapel en ik ging met hem naar binnen.

Toen alles achter de rug was liep ik opgelucht naar buiten, die man had heel wat angst weg kunnen halen, wat die kakelkut in de wachtkamer bij  mij veroorzaakt had. Die had mij bijna zover, dat ik al aanstalten wilde maken op pleitheine te gaan. En zodra ik buiten stond zei de narcotiseur tegen de medewerkster van de balie ''Geef mij het goede dossier eens aan, ik had het verkeerde van je gehad'' Ha, ben lekker voor mijn beurt gegaan, en nog waren ze aan de kwebbel met z'n allen.

Toen ik naar buiten liep de warme straat op bleef het nog lang onrustig in de wachtkamer..

 ©leny kruis