SEER GEAGTE MENEER/OF MEVROU

Mot je effe luistere naar de moeder van myn eigenste Janneman, een lievert as hy ken je nerregens anders vinde hoor. Dus as je wat te meppe heb ik sou segge kom es langs gaan we saame meppe, ik ram je gelijk je tanden door je keel, kan je uit je nek lulle. Je blijf met je gore pote van mij liefe knul af, hij doet nooit wat, krygt altyd een berrug huiswerk mee naar huis, man daar ken myn kloris opniew gaan mee behange. Je mot es ophouwe met myn Janneman steeds maar op skool agter te laten blyven asof hy ut altyd maar gedaan het. Dat is niet so en as myn Janneman ut seg, nou geloof my maar dan is ut oak nie so.

Maar je mot niet je klauwen opligten tegen myn  kleintje hoor, dat doe je niet as meester of juf, doordat syn pa hem een paar tandjes door de lippen hebt geramt ( hy wilde weeres niet luistere) kwam ut niet echt duidelyk by my ofer of hy nouw een juf of een meester hebt. Maar dat geef jou niet het regt om myn kleine een pomp voor sen kanis te gefe tog? Zijn hele oor sag rood van die meppert die jy um gaf.

 Doe dat nouw niet meer want ik komt je opsoeke en geef jouw er aan allebei de kanten van je kanis een dreun terug hoor! Myn janneman doet nooit wat dus je mot niet seuren as er wat gebeurt en hy krygt altijd de skuld. Ik ben het nou wel sat hoor met dat geseik elleke keer as myn Janneman na mot blyven, hy doet nooit wat, hier in huis niet dus seker niet op skool.

Dus late me afspreke dat je voortaan je klauwen by je houdt en dat ik hem wel disipels straft voor als tie wat gedaan hebt. Maar myn lieverd die nooit wat doet, nooit meer meppe anders komt ik effe langs op het schoolplein en veeg gelijk de richeltjes van de tegels met je haar skoon. Afgesproken.

Dan wens ik u en de uwes nog een fijne skooldag.

Een besorregde moeder van Janneman

©

leny kruis

 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

GROOTMOEDERS BRIEF!

 

Ze is 84 jaar oud en rijdt nog altijd zelf met de auto!!


Ze schrijft:

 

                              "Lieve kleindochter,


Enkele dagen geleden ging ik naar de plaatselijke
kantenwinkel en zag een bumpersticker waarop stond: 'Claxonneer als je van
jezus houdt."

Die dag was ik bijzonder opgewekt omdat ik
net een mooie kerkdienst met koorzang en donderpreek had bijgewoond.
Dus kocht ik de sticker en plakte hem op mijn bumper.

Jongen toch, ben ik blij dat ik dat deed want ik beleefde daarna zo'n bemoedigend avontuur.
Ik stopte aan een rood licht op een druk kruispunt,
nog steeds in gedachten over de Heer en hoe goed Hij is. Daardoor zag ik
niet dat het licht groen werd.
Een goede zaak dat iemand anders ook van Jezus
houdt en toeterde, want anders was het mij niet opgevallen. Daarna merkte
ik dat meerdere mensen van Jezus houden. Terwijl ik daar zat te wachten,
begon de man achter mij te toeteren.
Dan leunde hij uit zijn raam en riep: 'In Godsnaam!! Vooruit! Vooruit! Jezus Christus!! 'Vooruit!' 
Wat een uitbundige fan van Jezus was hij.

Iedereen achter mij begon te toeteren.

Ik leunde uit mijn raam en begon te wuiven en te lachen naar al deze liefdevolle mensen.
Ik claxonneerde zelfs enkele keren om te laten horen dat ik hun liefde deelde. Er riep zelfs iemand steeds maar"  Vooruit! Vooruit! Jezus Christus!! 'Vooruit!' 
Ik zag een ander op een vreemde manier wuiven
met alleen zijn middenvinger in de lucht.
Ik vroeg mijn kleinzoon op de achterbank wat dit wilde zeggen.
Hij antwoordde: 'Waarschijnlijk is het een Hawaïaans geluksteken."  Zo oud als ik ben heb ik nooit iemand uit Hawaï ontmoet
dus gaf ik hem het geluksteken terug. Mijn kleinzoon barstte in lachen uit.

Zelfs hij was dus aangestoken door dit religieus gebeuren!! Enkele mensen waren zodanig door de vreugde van het ogenblik aangegrepen dat ze uitstapten en in mijn richting kwamen.
Ik wed dat ze wilden bidden of mij vragen welke kerk ik bezocht.
Maar juist op dat ogenblik bemerkte ik dat het licht veranderd was. Dus wuifde  ik lachend naar al deze broedersen zusters en reed verder.
 Het viel me op dat ik de enige was die over
het kruispunt reed voor het licht opnieuw versprong en was een beetje droevig
dat ik al deze mensen diende achter te laten na al de liefde die we deelden.
 Dus vertraagde ik, leunde uit het venster en
gaf hen allen voor de laatste keer nog eens het Hawaïaans geluksteken Toen begonnen ze allemaal gelijktijdig te toetereEn ik dacht: 'Prijs de Heer voor zulke liefhebbende en god
                              Veel liefs,
                             Grootmoeder
                             PS.  Wie gelukkig is maakt andere mensen ook gelukkig."
                    
met dank aan LOES FLENDRIE die dit stukje mij toezond.

Bron onbekend....maar de lol is er niet minder om....onze dank vreemdeling...

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

WHAT A WAY TO CLOSE

Door alle criminaliteit die helaas door de blauwe pet, door gebrek aan goed en geen corrupt personeel, of kort gezegd door de politie niet aanwezig is daar waar ze nodig zijn, heb ik zelf maar maatregelen genomen. Want als ze je auto openbreken dan kost het je niet alleen een stukje premie van je all-risk verzekering, maar dan ben je nog niet eens naar je garage geweest. Dus vond ik zo maar de oplossing.

Há, een goeie die deze deur nou openkrijgt.....trouwens, ik moest wel. was mijn autosleutels kwijt.'

Ook_een_manier_om_je_auto_te_sluiten
Op zich niet erg hoor, want ik had in Rotterdam al enige schade opgelopen met parkeren, maar dat was niet mijn schuld. Het taxibord stond gewoon verkeerd, dat had mijn baas op advies van de gemeente zo moeten plaatsen. Tja, wat zal ik zeggen ambtenaren???
Verkeerd_geparkeerd_in_rotterdam_1
En ik had al zo'n ellende gehad met vakantie, wij met de auto en het bootje weg, lekker richting Watermeerseplassen, nou en of er geplast werd, maar dan van angst.
Te_dicht_bij_de_rand_1
Maar eigenlijk begon de dag al slecht. Komt de postbode met een pakketje, vol lawaai en gerommel, ik dacht direct aan een radicale idioot die eindelijk een búmb bij mij binnen wilde loslaten, maak ik uit voorzichtigheid met de postbode samen ( ja ik dacht nog, ga ik in ieder geval niet alleen naar het hemelsymphoniekorkest), heeft mijn vriendin bij tijdgebrek de poes maar via de post verstuurd, hoefde ik niet steeds naar haar huis.
Vwerssingaskat_2
Weet je ik ben het hier zat in dat Nederland, waar alles maar kan en mag, internetsites die de politie niet helpen met kinderporno af te sluiten, een minister die 28 miljoen wil spenderen aan allochtonen, die toch steeds radicaler worden ( zitten ook mijn centjes bij hoor) Brood wordt duurder, er komen steeds meer voedselbanken bij, Ik moet hier weg.
Denk dat ik maar naar Belgie ga, daar zijn ze lekker relaxed, en het koningshuis kost daar minder dan hier, en ach die wegen, daar maalt men niet om. Hoezo haast, deze wagen is het straatbeeld van veiligheid voor Belgie, dat staat voor::::geen haast, geen crimininaliteit, we pakken je toch wel, want vergis u niet in den Belgische Gendarmerie hoor!!
Als je als agent hierin durft te rijden, ben je voor mij een voorbeeld voor waar jij voor staat. De veiligheid voor mens en dier en het verkeer.
Lelijke_eend_als_politieauto

```````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````

DE PADEN

Normal_c2a9boris_vallejo_flower_fai

Het pad der duisternis is voor mij alleen want als ik zo loop is de stilte niet te horen zo stil is de zwarte nacht.

Het pad van het leven is zo druk dat er steeds mensen op elke hoek staan om de mens zelf af te remmen in hun doen en laten, in hun goed of slecht wie dit ook bepaalt.

Het pad van de dood is de duisternis ingaan en zoekende naar het licht is daar de deur naar het eeuwige vreedzame vrijheidsgevoel.

De paden van het leven op een ronde bol dat men de aarde noemt zijn paden die elk een kant uitgaan, een wirwar van op en neergaande stappen die je loopt op het levenspad, terwijl elke stap die je doet op welk pad dan ook, jou een levensles wil leren.

Het pad vraagt je als het ware "Wil je leren?"

De paden van het leven lopen altijd naar boven, want beneden zit je al te wachten.

Wanneer je het eindpad bereikt hebt weet dan dat er altijd een geliefde staat te wachten om jou verder te begeleiden naar paden die geen angst kennen, die geen moord kennen, geen diefstal, geen liefdesverdriet, zeker geen haat en nijd en oorlog.

Dit pad bestaat alleen uit liefde, zuivere liefde in de liefste zin des woords.

Ik beloof je dit omdat ik je mee zal nemen naar dit pad.

Ik was er zelf ook en wil hier eeuwig blijven.

©leny kruis tekst

foto Boris Vallejo

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

DE TUINMAN

 

De lege ogen van de man keken de vrouw aan. Zijn mond was een vormloze streep in zijn gezicht en zijn grauwe gelaat sprak van niets. Geheel totaal geen uitdrukking. Hij gaf haar een slappe hand en knikte met zijn hoofd naar haar. Zwijgend nam zij zijn slappe hand en kneep er extra hard in om te laten merken dat zij niet bang was voor hem.

“Heeft u dit werk al eens eerder gedaan?”, vroeg zij op bazige toon.

 

“Nimmer mevrouw', antwoordde hij met zachte stem. Hij hield nog steeds zijn gezicht naar beneden en durfde de dame niet aan te kijken. Was het verlegenheid of angst dat hij de baan niet zou krijgen?

“Tja, dan wordt het moeilijk, het is niet even zomaar iets dat je doet!”, sprak zei snibbig tegen de man die haar al direct een verkeerde indruk gaf. Hij zag er smoezelig uit met een vuile regenjas, vet haar, vaal en smerig gezicht, vieze handen, vuile nagels, vette lange broek en afgetrapte schoenen maakte zijn lange lichaam totaal tot een zwerver volgens de mening van de mondaine vrouw. En het enige dat zij zocht was een tuinman om de rommel op te ruimen. Van oude takken tot stukken boomstam die haar eigen tuinman al verwijderd had voordat hij door zijn rug ging. Die was eigenlijk ook veel te oud voor dit werk. Op de leeftijd van 72 hoor je lekker nog te genieten van je oude dag, maar die man was zo goed met tuinen en zat al zolang in de familie dat zij er niet aan dacht om hem weg te sturen, buiten het feit dat hij nog goedkoop was ook.

'Weet u iets van tuinen?”, vroeg zij de sollicitant.

“Ja hoor', glimlachte  hij haar toe. “Die zijn meestal groen”. En over zoveel logica kon de vrouw niet heen. Zij gnuifde wat tussen haar neusgaten en voelde zich in de maling genomen, doch toen zij naar zijn bloedeloze gezicht keek dat serieus leek te staan betwijfelde zij de onoprechtheid van zijn antwoord. Hij meende wat hij zei. Misschien kortsluiting in zijn bovenkamer? Zij schudde wat met haar gepermanente hoofd en besloot de man maar een kans te geven om in ieder geval de tuin schoon te krijgen voordat morgen haar visite kwam. En dan moest alles in orde zijn. Zij had een status op te houden en zeker een mooie dure tuin te tonen.

“Nou zorg in ieder geval dat de bladeren van het grasveld zijn, de boomstronken van de hoop daar zo en zij wees in de verte naar een hoop hout dat bestond uit allemaal oude dode bomen.

“Die moet je klein zagen en de stukken opstapelen, dat is voor de open haard. Maar zo opstapelen zodat het goed kan drogen. Dan nog de schuur opruimen als je klaar bent met al het gereedschap dat je gebruikt. En alles wat je breek gaat van je loon af!” Haar toon was kribbig en met een air van “ Ik bepaal wat er gebeurt”draaide zij zich om en liep met ferme pas het grasveld over richting haar villa.

“Mevrouw”, riep hij haar nog na, : Mevrouw mag ik tussendoor wel een bakkie koffie nuttigen ten behoeve van de kracht om het hart door te laten pompen voor zoveel mankracht die dit werk met zich meebrengt?” De vrouw stond stil en draaide zich verbaasd om. Die vent sprak me daar een volzin die kant nog wal raakte. Een bakje koffie vragen op zo een manier was wel héél apart en zeker voor zo een zwerver als deze vreemde figuur die zo uit een stripboek weggelopen zou kunnen zijn. Haar ogen werden schoteltjes.

“Denk je dat ik je koffiemeisje ben of zo?”, vroeg zij hem.

“Nee mevrouw totaal niets van dit alles, maar het is toch wel logisch dat je met zulk zwaar werk als je doet in een tuin toch een versnapering in de vorm van een kannetje koffie of een broodje met lekker beleg aangeboden krijgt tijdens een verplichte pauze die wettelijk beschreven staat in de statuten”. Haar mond viel open over zoveel volzinnen die zij totaal niet uit zijn mond verwachtte.

“Zeg luister eens, jij werkt voor mij, dat was toch de afspraak?” en dreigend liep zij op hem af. Woede over zoveel brutaliteit was van haar gezicht te lezen.

“Ja mevrouw ik werk voor u tegen een uurloon waar een werkster nog niet eens haar wimpers voor af doet, dus heb ik alle recht van spreken en dat doe ik ook, dit is een vrij land en vrije meningsuiting is een groot goed!” Zijn toon was ineens krachtig en sterk en er kwam wat kleur op zijn gezicht. Nog steeds met zijn handen in de zakken gestoken was hij zeker niet van plan ook maar een hark in zijn handen te nemen, of de zaag te laten zagen. Eerst moesten er wat werkconflicten op de werkvloer ( lees grasveld) opgelost zijn, wilde hij zich als tuinman voordoen.

“Ik vraag u niet veel, alleen een korte pauze tijdens het zware werk, wat koffie en of zo u wilt een boterham met beleg, al is het maar hagelslag. Als u dit teveel is, verzoek ik u mij vast een voorschot op mijn salaris te geven dan kan ik in die koffiekeet daar langs de snelweg wel iets te eten en drinken halen. Het feit dat u mij gewoon niet in de keuken wilt is een ander feit, dan ga ik desnoods hier buiten of in de schuur zitten. Maar niemand zal heus zien dat u een goedkope zwerver als tuinman voor een dag inhuurt om wat klusjes op te knappen die u man net zo goed kan doen.”

“Haal even adem man, ik krijg het benauwd van al die zinnen die jij mij achter elkaar naar mijn hoofd gooit. En ik zie je niet als zwerver, ik schaam mij niet voor jou dus sta daar niet zo zielig te doen. Ik betaal je voor het werk en niet om je pauzes te vullen met eten en drinken, maar als jij dat wilt, ook dat gaat van je uurloon af. Zeg jij het maar!' Zij had het nou wel gehad met dat stuk eigenwijs die zich opwierp als arbeider die misschien in geen jaren gewerkt had.

“Oké dat is dan afgesproken, ik ga aan het werk en om een uur neem ik pauze tot half twee en dan continueer ik mij weer op de taken die u mij opgelegd heb. Ik beloof u dat aan het einde van de dag alles opgeruimd is, zodat u in alle tevredenheid terug kunt kijken op een goede samenwerking met mij!” Hij draaide zich om en liep richting schuur. De vrouw met open mond en een verbaasd gezicht achterlatend. “Hé je vergeet de sleutel van de schuur”, schreeuwde zij hem nog na.

Een glimlach van oor tot oor was zijn deel. Kijk zij viel uit haar rol van mondaine rijke vrouw. Zij schreeuwde naar hem. En dat past niet bij een rijke dame, die schreeuwen niet, die mompelen of kloppen je netjes op de schouders om je zachtjes te vertellen wat je wel en niet goed doet. Deze mondaine vrouw had hem niet herkend. Zij was en bleef de sloerie van vroeger, zij was en bleef de slet van de straat die zich door de halve school in de wc's liet pakken omdat ze gewoon van sex hield. Ook hij was ooit zover gegaan om met haar te vrijen in de toiletten van de hogere school. Maar het ging puur om de sex. Dat hij als advocaat was geëindigd en zij als rijke kakmadam, ach dat verschil zei hem niets. Maar dat zij nu even uit haar rol viel door te schreeuwen op haar eigen grasveld en dan snel om zich heen kijkend of niemand haar gehoord had? Het deed hem goed.

Zijn façade  om met haar man de weddenschap aan te gaan dat zij hem nooit zou herkennen als een van haar vroegere lovers had hij grandioos gewonnen.

“Nou moet ik alleen uitkijken dat ik haar weer niet pak als zij in de schuur bij mij komt, want uit ervaring weet ik dat zij valt op kerels die zij niet de baas kan.” Dus hij nam zich voor om zich dan alleen maar aan de weddenschap met de man des huizes te houden en zich alleen met de tuin bezig te houden. Dat was eigenlijk niet zo een probleem want zijn smaak was het allang niet meer, hij had nu een verhouding met haar man en daar viel veel meer bij te halen.

Vrolijk fluitend pakte hij de sleutels van haar aan en liep haast dansend naar de schuur om daar zijn weddenschap aan te gaan. Dit zou een heerlijke avond voor hem en zijn minnaar worden. Alleen al het feit dat hij zijn vrouw de baas was geweest deed hem een genoegen.

Doch dat was toch al geheel aan zijn kant.

©leny kruis

 

 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

HOBBY

 

De lange man met zijn lichte regenjas en zijn vale hoed liep langzaam op de visser af die totaal zijn omgeving had afgesloten om met een dode blik het water in te kijken alwaar zijn dobber aan zijn hengel af en toe een kring bewoog door het water als teken dat er wel een vis was maar die nog niet genegen was een hap te nemen van de worm die aan het haakje hing.

“Willen ze nogal bijten?”,  vroeg de passant vrolijk en met een luide stem.

“Sssttt, niet zo hard meneer, en nee het wil niet echt lukken vandaag”, mopperde de visser op zijn stoeltje. Hij keek mismoedig in zijn nog lege emmer water en keek toen op naar de lange man, een recreant die gewoon aan de wandel was in het park en de vissers dan maar even lastig viel. Nou dat was het laatste waar hij trek in had. Een visser moest je met rust laten, stil zijn was de code en vooral geen lawaai maken. Doch deze meneer viste vast niet, anders had hij wel gefluisterd en niet zo een strot opgezet zodat ze hem in de stad kon horen. De visser raakte geïrriteerd door het gedrag van de man die stil bleef staan en ineens brutaal naast de visser op het gras ging zitten.

“Weet u wel dat die vissen hartstikke veel pijn aan hun lippen hebben door dat haakje van u?”, sprak hij de visser bestraffend toe. “En wat dacht u van die worm die u als lokaas aan hetzelfde haakje pint?” 'Meneer ik ben een sportvisser en gooi al mijn gevangen vis weer terug in het water en het is nog nimmer bewezen dat vissen of wormen of zelfs de maaien pijn voelen bij het haken hoor!”' Zijn toon begon agressief te worden en hij vroeg zich af waar die kerel zich mee bemoeide. Laat hij lekker doorlopen in plaats van hier naast hem in het gras te gaan zitten om hem te bekritiseren op zijn hobby!

“Alles goed en wel, maar doordat de wereldzeeën al leeg getrokken worden door de vissersboten blijft er weinig over voor hen die het echt nodig hebben. Kleine dorpjes in verre landen die leven van de visvangst al eeuwenlang. Wist u dat?”  Nee dat wist hij niet en het interesseerde hem ook geen  ene moer, als hij hier maar zijn hobby kon uitoefenen en dan wilde hij geen lessen in natuurkunde van een knakker die zomaar even voorbijliep en zijn toeter niet hield.

“Zou u zo vriendelijk willen zijn om uw mond te houden, ik ben hier bezig met mijn hobby en dat dit toevallig niet uw hobby is, kijk dat is dan mijn probleem niet en dat de wereldzeeën ook  leeggevist worden is mij bekend, maar denkt u nu echt dat die paar vissen die ik hier vang en netjes weer terugzet het verschil maken?” Verdorie, ging hij toch een discussie aan met die knaap, het laatste wat hij wilde.

“Toch is het fout wat u doet, u doet dieren pijn die er ook niets aan kunnen doen dat zij als vis zijn geboren!” Ach dat had hij weer, een mesjoggene die ontsnapt was uit de inrichting wat kilometers verderop. Kan niet anders. Heb ik weer in de toevalstreffer.  Zijn plekje om te visser was er een uit duizenden en toevallig moest daar nou vroeg in de morgen een idioot langs lopen om hem te vertellen dat de vis pijn had en dat de wereld straks zonder vis zat. Zijn dag kon al niet meer stuk.

“' Kijk ik heb beet', gilde hij ineens terwijl hij de dobber naar beneden zag trekken. Hij lijnde in en met zijn automatische molen spande hij de draad en voelde het gevecht met de vis. Zijn glimlach van oor tot oor was een doorn in het oog van de man die op het gras zat. Hij stond op en keek vol belangstelling naar de man die tegen de natuur vocht. Dit kon niet waar zijn. Dit was je reinste dierenmishandeling. Dat moest hij maar lekker bij zijn vrouw doen maar niet bij die lieve vissen die nimmer iemand iets gedaan hadden. Hij zag het blijde gezicht vol spanning nu de lijn binnenhalen en een grote vis die spartelend voor zijn leven aan de haak hing.

De man ving de vis geroutineerd op en maakte voorzichtig het haakje los uit de bek van het dier. De handelingen waren correct en de lange man zag direct dat hij dat zeker vaker had gedaan. Toen hij het haakje voorzichtig uit de bek had gehaald, gooide hij de vis in de emmer met water en pakte een afrolbare centimeter uit zijn broekzak. Hij pakte de vis bij de punt van zijn staart, legde hem strak in het gras en in een vlakke beweging schoot de centimeter over het dier. Zo die was gemeten. En met een zwierig gebaar gooide hij de vis terug in het water, triomfantelijk kijkend naar de lange man die hem constant aan zat te kijken, even niet wetende wat te doen.

“Kijk dat is nou topsport meneer, uren zitten kijken naar de dobber en als je eenmaal beet hebt, gewoon meten, kijken hoe groot de vangst van vandaag is en hopen dat je morgen een grotere  vis vangt”. Hij hoopte hiermee de man gerustgesteld te hebben, had geen zin in ruzie en zeker niet over een sport waar duizenden mensen zich in konden vinden.

Alleen deze dierenactivist. Die kon zich er niet in vinden. Zijn gezicht stond ook op onweer.

“En gaat u mij nu vertellen dat dit dier hier totaal niets van gevoeld heeft?”, begon hij weer.

“Gaat u mij vertellen dat het haakje in zijn bek geen wondje achterlaat, zijn openluchtshow geen stress veroorzaakt, zijn duik in een klein emmertje water voor een enkele minuut geen angsten bij dit dier blijft als hij een emmer ziet?”

 “Wanneer ziet die vis nou een emmer!”schreeuwde nu ook de fanatieke visser.

“Nou nu bijvoorbeeld, of wanneer een andere visser zijn hengel uitgooit voor o zo een lieve hobby en daar een emmer water staat om hem even op te wachten voor de meting!”

“Meneer ik heb liever dat u weggaat, u maakt dat mijn hobby een misdaad is en dat is het dus niet. Ik heb liever dat u doorloopt en mij met rust laat”, verzocht de man en wilde weer op zijn krukje gaan zitten met zijn hengel, alwaar hij al een nieuwe worm aan wilde doen.

Doch voordat hij de kans kreeg voelde hij een duw in zijn rug en knalde met stoel en hengel en de hele pot met wormen zo de waterplas in, grote kringen achterlatend. De lange man had een grote grijns op zijn gezicht en brulde naar de man in het water:

“Zo zie er  maar eens uit te komen zonder hulp, misschien helpen de vissen je wel. Jammer dat hier geen dolfijnen zijn anders was je zeker geweest van hulp, o ja en fijne dag nog!

 

Fluitend en nog een keer achterom kijkend naar de verbaasde man in het water zwaaide hij nog eenmaal en liep door, op naar de volgende visser die hij een koekje van eigen deeg zou geven. Alleen jammer dat er zo weinig deze dag zaten, normaal was hij altijd wel goed voor een stuk of tien, nou ja dan maar wat minder. Maar zijn hobby bleef leuk.

©Leny Kruis

 

 

 

Juli 2011

De stilte van de eenzaamheid

 

 

Als de eenzaamheid aan je deur klopt doe dan niet open. Ik heb dat wel gedaan en heb nu spijt als haren op mijn hoofd, want het heeft mij zeker geen goed gedaan. Als je alles hebt gehad en alles hebt bezeten en alle geneugten des levens hebt mogen proeven, is het een hard gelach als de eenzaamheid ineens als een bom inslaat. Zo onverwacht. En laten we eerlijk zijn, niemand die er op wacht. Want niemand geeft ook toe dat hij of zij eenzaam is. Ik geef het toe. De eenzaamheid brand als een fakkel diep in mijn ziel, verandert mijn geest en kneust mijn gevoelens voor andere mensen.

Angst, angst is het eerste woord dat mij te binnen schiet als ik denk aan het begin van die eenzaamheid die je gewoon overvalt waar je ook bent, met wie je ook bent. De angst is de vijand van alle mensen. Gelukkig maar, want het houd je wel alert, het houd je scherp en wakker. Maar de angst om te slapen is soms sterker en dan begint de strijd tegen die eenzaamheid.

Mijn moeder kwam nooit naar buiten, alleen met haar hond drie keer daags, als een recept van de dokter. Voor de rest was het altijd maar naar buiten staren en puzzelen, blij dat om zeven uur de televisie aankon en de avond haar dicht bij de nacht bracht. Zodat zij kon slapen en vergeten dat er weer een verloren dag in haar leven was. Niemand die haar kwam bezoeken, omdat niemand die  tijd had. Ieder had zijn/haar eigen werk en alleen op zondags was het even tijd voor mam, als ze mazzel had dan. Want de vrienden hadden hen ook al zo vaak uitgenodigd, was het lege excuus van de kinderen.

Totdat mamma ziek wordt, zo ziek dat de dood erop wacht om toe te slaan. Dan ineens is de angst om mama te verliezen zo groot dat je niet weet hoe vaak je  langs moet gaan om te helpen, even een bakkie koffie te halen, haar mee de stad in te sleuren om haar ergens op een  koffie met gebak  te trakteren zodat ze er even uit is. Mamma wil dan al niet meer. Had je maar eerder moeten komen, haar angst is ze al voorbij en de eenzaamheid is haar slot accoord. Je voelt jezelf eenzaam omdat je jouw moeder verliest, je gaat haar verliezen aan een vijand die niet te verslaan is. Die eenzaamheid is de dood. Die wint het altijd van jou en van iedereen.

Het is de stilte van de eenzaamheid die de mens pas beseft wanneer het te laat is. Daarom is elke dag een geschenk, ikzelf geniet van elk moment of het nou een fijn of vervelend moment is, het hoort bij het leven. Elk moment. Zolang je beseft dat jouw hond meer wordt uitgelaten dan jouw moeder of vader de straat van buiten ziet, moet je ook beseffen dat de eenzaamheid diep in jezelf zit. Want stilaan wordt je ook oud en dan mag je hopen dat er iemand bij jou langskomt om met je te praten, te schaken of de stad even in te gaan voordat het te laat is, voordat iemand kan zeggen “Wat was die persoon een eenzaam persoon.” Eenzaamheid zit in jezelf, creatief zijn met je tijd, prioriteiten stellen, niet vergeten dat er ook mensen zijn die alleen de hele dag naar buiten staren in de hoop op…

Wees jij die hoop voordat jouw eenzaamheid de stilte doorbreekt en de wanhoop nabij is.

Want de stilte van de eenzaamheid is de voorbode voor een heleboel lawaai in je hoofd die je dan een plaatsje moet zien te geven. Doch als je alleen bent is de stilte van de eenzaamheid de winnaar die nooit verliezen kan en wil.

 ©leny kruis