-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
HAAR ENIGE EENZAME DAG

Troosteloos nipte zij aan haar rode wijn. Een beetje verveeld keek zij om zich heen, de eenzaamheid drong nu pas tot haar door. Was dit haar verjaardagsfeestje? Zo alleen in je eentje, een fles wijn op tafel, half leeg, de verjaardagskaarten die gestuurd waren stonden als twee verdwaalde poststukken op de schoorsteenmantel, Ze keek erna.
Goh, dat er toch nog iemand aan haar dacht. Ja, vroeger was dat anders, toen had ze ruimte tekort in haar huis, voor al die visites die ongevraagd maar altijd welkom waren. Dat waren nog eens party’s. En nu zat zij daar alleen. En zij voelde zich een beetje zielig, en verlaten, en niemand had haar ook nog gebeld om te feliciteren. Waren ze het vergeten? Was zij al vergeten?
Ze nipte weer van haar wijn, en besloot op dat moment dat zij de hele fles maar leeg zou maken, en morgen zou haar leven weer net zo eenzaam zijn als de rest van haar leven. Hoe kon het toch gebeuren dat er vroeger altijd zoveel mensen om je heen zaten, met verjaardagen, feestdagen, leuke kerstetentjes.
Eigenlijk vroeg zij dit zich allang niet meer af. Er waren er teveel overleden om het nog gezellig te maken, er waren er teveel met een eigen leven. Een eigen gezin, kinderen, kleinkinderen. En zij had dit alles niet. Zij bleef alleen achter. Zonder relatie, zonder kinderen, zonder kleinkinderen. En bijna zonder familie. En die familie die ze nog had, die waren momenteel zo druk met zichzelf, met hun eigen besognes, dat een verjaardag van hun zus niet zo belangrijk meer was.
Er was nog zo weinig over om voor te leven. Ze merkte dat zij steeds somberder werd. Kwam dat door de wijn? Ze schonk haar glas nog maar eens vol. En een glimlach verscheen ineens op haar lippen. Wat als zij nu een naar haar zus en broer zou bellen, even kijken of ze haar zouden feliciteren? Wat als zij zou zeggen dat ze morgen gezellig even een bakje koffie kwam halen? Maar haar glimlach verdween weer snel. De afstand was te groot. Het lag allemaal te ver uit elkaar.
Maar een telefoontje kon er toch wel vanaf? Een mismoedig gevoel maakte zich van haar meester. Dit soort gedachten waren totaal niet gezellig. Zij was tenslotte jarig, dus ledigde zij haar glas en schonk het glas maar weer eens vol.
Hé, de fles was leeg, in de keuken zou nog wel een volle staan. Wat kan mij het schelen, ik ben jarig dus ik mag nog een neut nemen. En de daad bij het woord voegend zwalkte zij naar de keuken en pakte de fles wijn uit het rek. Zocht naar de kurkentrekker en na een aantal pogingen kwam zij erachter dat er gewoon een schroefdop opzat. De wijn was al aan het werken. Giechelend liep ze de kamer weer in, zette zich neer en sprak een toast uit op zichzelf. ‘’Nou Marie dat je er nog veel mag krijgen, lusten doen we ze wel”.
En in een teug klokte zij het glas wijn naar binnen. Het lege glas werd weer snel gevuld. Zij bedacht dat dit al haar vierde jaar zonder visite was. Maar in dit stadium van de alcoholroes was het ineens niet belangrijk meer. Een ding was voor haar zeker, ze zou in elk geval vannacht zonder slaaptablet de nacht doorkomen. De wijn was haar slaapmiddel geworden. Voor een dag in het jaar maar. Voor die ene dag in het jaar dat ze dronken haar bed inrolde mocht dat wel.
Zij was tenslotte jarig.
©LENY KRUIS
Hobbels op het bospad

Het echtpaar liep rustig over het bospad, zachtjes keuvelend met elkaar. Wellicht spraken zij hun verbazing uit over het feit dat de bomen, gezien de tijd van het jaar, er nog zo mooi bij stonden. Ik zat een eindje verderop op een bankje, genietend van mijn sigaret en de stilte om mij heen.
Vlak voor mijn voeten schoot een eekhoorntje weg, zijn grappige oortjes gespitst. ergens klopte een specht; misschien wel om binnen gelaten te worden na een ruzie met zijn vrouwtje, bedacht ik glimlachend. de ruisende bladeren, de geluiden van de bosbewoners en het zachte gekeuvel van het echtpaar, straalden rust en stilte uit. een diepe melancholie overviel mij. ik trapte mijn sigaret uit en drukte hem met de hak van mijn schoen diep in het zand; ik wilde voor geen goud brand veroorzaken in dit prachtige bos! Het echtpaar passeerde mij nu en hoewel de vrouw mij vriendelijk toeknikte, hoorde ik ineens aan haar stem dat het gesprek niet over de natuur ging.
‘’Nee Gerrit, zo gaat het niet langer.” Nog geen vijf meter van mij vandaan hielden ze halt, ze stonden tegenover elkaar. De vrouw kruiste haar armen over haar boezem en groef haar hakken in het bospad.en stond strijdlustig tegenover haar man. Nieuwsgierig wachtte ik op wat er komen ging. “Ja, maar liefje, het is toch al over?” De man haalde een hand door zijn dunne haar en keek wanhopig naar de hemel, alsof God hem even wilde helpen. Ik hoopte van niet, want de toon begon juist wat leuker te worden. In de stilte van het bos reikt het geluid verder.
Dus ik genoot met volle teugen en hoopte stiekem maar dat ik het gesprek kon blijven volgen. Bescheiden draaide ik mijn hoofd de andere kant op, wegkijkend van het stel maar mijn oren op scherp. “Wie zegt mij, dat die toddebak jou met rust laat?”, klonk het venijnig uit de mond van de vrouw. ‘’Het is over liefje, geloof me nou, we hebben niks meer met elkaar”. Ah ja, het ging dus over vreemdgaan.
Als ze nou maar niet door zouden lopen, anders kon ik hier ook niet wijzer worden . Ze bleven staan, de vrouw keek schuin naar mij maar ik keek vol verbazing naar alles om mij heen, behalve naar die twee. “Waarom bleef je gisteren dan zolang aan de telefoon met die trekletter?”
Ik begon de score te tellen, kon in ongevraagd een beetje scheidsrechteren. Een nul voor de dame. De man was nu aan zet. “Weet ik het, trouwens, het was helemaal niet lang”, was de zwakke verdediging van de man.
“ O, stottert ze tegenwoordig, duurde het daarom zo lang aan de telefoon." Als de man hier geen goed antwoord op had, ja dan was het 2-0 voor de dame.
Plots werd de man ongeduldig en besloot nu ook zijn armen maar over zijn borst te slaan en ik zag twee kemphanen midden in dat bos. Wat zou het worden, 2-1? “Nou moet je toch eens ophouden, ik krijg van jou de kans om het nog eens te proberen, je begint gelijk te zeiken over van alles en nog wat, kappen nou!”, gebood de man.
Dat was een zwakke verdediging en ik wachtte vrolijk af. “Als we het opnieuw gaan proberen, moet je ook stoppen met die ouwe teek niet meer te bellen”. Drie nul dacht ik gelijk. “Ouwe teek, nee alsof jij een zijderups bent’’. Oké, ik was sportief, ik gaf de man maar een puntje 3-1.
Het klonk niet echt overtuigend, maar vooruit het ging hier niet om de beker, maar ik denk dat het hier om een lang huwelijk ging.
En zo te zien waren beiden al in de meno en penopauze gearriveerd. Op dat moment vond ik het tijd voor mezelf om van het bankje te stappen en huiswaarts te gaan. Beiden keken naar mij terwijl ik opstond. En ik kon het niet laten terwijl ik langs hen liep en vriendelijk klinkend zei ”Weet wat je hebt, laat wat je pakt en geniet beiden van een goede oude dag."
Ik vond het wel wijs klinken, maar versnelde toch mijn pas. Stel je voor dat ik een knal voor mijn kanis kreeg wegens mijn bemoeienis met die twee.
Een tiental meters verder keek ik nog even achterom,en zag tot mijn vreugde dat die twee heerlijk stonden te knuffelen. Laat ik maar geloven, dat zij beiden mijn wijze woorden ter harte hadden genomen. Wie weet had ik ze zelf nodig in de toekomst...
©
LENY KRUIS
Maak jouw eigen website met JouwWeb