---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
DE VROUW.

Het schemerig licht scheen op de groeven van het oude gelaat dat strak vooruit aan de bar de een na de andere biervilt tot kruimels vermorzelde, alsof zij haar geliefde aan het kelen was.
Naast haar zat een man die duidelijk al de nodige alcoholisch versnaperingen naar binnen had gewerkt en zo ik zag met alle gemak van de wereld.
“Valt allemaal niet mee hé wijffie zo in het leven”, durfde hij eindelijk rechtstreeks tegen haar te zeggen terwijl hij gelijk een halve slag op zijn kruk naar haar toe draaide.
De vrouw keek nog in de spiegel achter de bar naar de man en toen heel langzaam draaide zij haar gelaat naar hem toe.
“Kan je me lekker met rust laten?’ Vroeg zij dringend.
“O sorry hoor dame ik dacht dat je wel om een praatje verlegen zat”, mopperde de man gepikeerd.
De dame ging verwoed verder om bierviltjes te mollen en stak nog maar eens een sigaret op.
“Sorry mevrouw, mag niet meer” wees de barman haar terecht toen hij gelijk maar naar het bordje: "niet roken” wees.
“Nog effe, moet je de regering vragen wanneer je mag schijten”, vulde de man aan die duidelijk vóór de vrouw was. De oude dame drukte verwoed haar sigaret in een haar aangereikte asbak en pakte haar lege glas wijn op en gebaarde aan de barman dat die dan maar vol moest.
“Ja. Het is toch wat, dat gezeik over dat wel en niet roken je wordt er niet gezelliger door.”
Als blikken konden doden lag de man nu naast zijn barkruk zo vuil keek de dame hem vernietigend aan.
“O, foutje Bertus”, tegen de barman. “Mevrouw wil geen ketakt, dus hou ik me kanis maar."”
En vroom ook in dezelfde spiegel kijkend met een grijns van oor tot oor naar de oude dame. Ik keek dat zo eens aan terwijl ik aan mijn bak met oude koffie zat en voelde de spanning van de vrouw. Ze zag er netjes uit, correct gekleed, een echte dame die je zeker niet in een café tegen zou komen, eerder een duur restaurant. En mijn nieuwsgierigheid kreeg de overhand toen ik mijzelf toch af begon te vragen wat zij hier nou in hemelsnaam deed. Zij paste totaal niet in het plaatje. Zij was niet zomaar een voorbijganger die onderweg stopte voor een bak koffie.
‘Leuk hé al die viltjes mollen, wist u dat dit siepologisch bewezen is dat men dan nerveus is?’ probeerde de man naast haar nog maar eens.
“Psychologisch heet dat als ik u even mag corrigeren”, sneerde de belegen dame nog altijd strak ik de spiegel kijkend.
Ik kon haar leeftijd niet schatten, met haar grijze permanent, haar dikke laag make-up en al die dure mooie ringen aan haar vinger,dikke armbanden, Gewoon lekker bling bling, wat je zou verwachten bij dit soort van type dames. Heel raar die contrasten, maar ze zijn er nou eenmaal. Ik zat te wachten op mijn tweede kop koffie omdat ik toch wel benieuwd was hoe dit af zou lopen, als het al een afloop had. Hoe was die vrouw hier in hemelsnaam in haar eentje binnen komen waaien?
“Wilt u nog een wijntje van mij?’bood de man naast haar aan.
“Nee, dank u ik moet nog rijden, en twee is mijn limiet."
Haar stem klonk iets vriendelijker en zij keek nu de man recht in zijn gezicht.
“Oww oké, ik neem er nog een” en zwaaiend met zijn bierglas riep hij Bertus voor een volle.
‘’Heb ik toch nog effe een vraag vrouwtje, as u het mij niet kwalijk neemt. Maar wat doet zo een lieve dame als u nou in een buurtcafé als dit. U hoort meer bij een golfclub zou ik zo zeggen.”
De vrouw stond galant van haar kruk op, dook ik haar krokodillenlerentas en haalde er een biljet van 20 euro uit, legde dit op de bar voor Bertus, en zei: “Laat de rest maar zitten”, draaide zich toen met haar gezicht naar de man naast haar en gedecideerd sprak zei: “ Wat uw vraag aangaat, ik heb net mijn man begraven en wilde nog even een toast brengen op hem in hetzelfde cafe waar hij zich doodgedronken heeft, goedemiddag.´ En statig liep zij naar de deur en verdween. Twee dwaze koppen achterlatend.
En ik? Ik nam die tweede bak koffie toch maar niet, ineens had ik geen trek meer.
©LENY KRUIS
Wat is dat toch…
Ik zit hier voor jou te kijken naar je stille lichaam, staar naar je slippers wendt dan mijn ogen omhoog en zie je opgetrokken vieze t-shirt. Nou die had je ook wel even in de was mogen gooien zeg. Ik schaam mij dood. Jij ligt stil, jouw gezicht op het nieuwe tapijt dat wij samen de laatste keer gekocht hadden omdat je vond dat we aan een nieuwe toe waren. Nee jij wilde mij gewoon zoethouden. Het was je bijna gelukt.
Maar kijkende naar jouw stille lichaam voel ik de tranen van onmacht die mij ineens overvallen druppelend op jouw shirt, zij laten grote vlekken na. Het lijkt wel of ik niet kan stoppen met huilen en trillende handen trekken jouw shirt naar mijn gezicht. Ik probeer mijn tranen te deppen. Het huilen gaat maar door, ik kan echt niet stoppen wat is dat nou!!
Wat is er toch gebeurt tussen ons. Was zij jou zoveel liefde waard dat je de onze zomaar op het spel zette? Ik woel met mijn hand door jouw vochtige haren, en aai dan je nek. Ja verdomme ja ik hou nog van je en ik wil je niet kwijt. En terwijl ik mijn gezicht afveeg om die irritante tranen te doen stoppen begin ik weer te janken.
Je wordt bedankt hoor, namens mij en niemand anders. Nooit heb ik hoeven huilen om een man, nooit niet nimmer mijzelf zo kunnen verlagen dan dat ik nu doe. Jouw stille lichaam geeft totaal niet mee als ik je op je zij wil duwen. Godverdomme wat ben je zwaar man. Tijdens de sex nooit iets van gemerkt.
Wat kan een mens rare gedachten krijgen als er eigenlijk niets anders dan ellende om je heen zit. En jij zit er middenin.
Ik sta met bevende benen op, mijn knieën knikken en mijn handen trillen en ik zie voor mij de keuken als ik daar langzaam heen loop. Alles zit onder het bloed. Wist niet dat een mens zoveel bloed kon uitspuiten zeg, wat een bende…Maar als ik in de douche kom en mijn kleren uitdoe zie ik zelfs jouw bloed overal op mijn eigen lichaam. Zelfs hier in de douche laat je me niet met rust.
Ik ren naar de voorkamer waar je nog steeds stil op het tapijt op je buik ligt en trek de bijl uit je achterhoofd.
Zo die is van mij, je hebt mij al genoeg afgenomen, zelfs onder de douche zie ik nog sporen van jou.
Laat mij lekker met rust.
©leny kruis
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
DE EENZAAMHEID VOORBIJ.
Als ik traag het pad oploop dat mij leidt naar het graf van mijn moeder, voel ik al de tranen opkomen. De eenzaamheid slaat weer toe. Als het sadomasochisme in mij zit dan moet het er hier wel uitkomen. Want al tien jaar lang rijd en loop ik de route van mijn huis naar het graf waar ik elke zondag die God mij geeft altijd even een bloemetje neerleg bij het graf van mijn moeder, dat ik ondertussen tot een klein tuintje heb gemaakt. Zij wilde zo graag een eigen tuin in haar leven. Nu heeft ze er eentje, maar na haar dood. Mijn geloof vertelt mij dat zij het weet en ik heb er vrede mee, ik maak het tuintje elke week weer mooier voor haar.
Toen mijn moeder nog leefde was zij een fervent fan van ABBA ook omdat zijzelf vroeger zangeres was in het Jordaancabaret en zij ondanks haar longkanker nog een volume uit haar keel haalde, dat ik soms dacht: Die dokters hebben hier toch een fout gemaakt! ”Wishful thinking.” Ze had longkanker, haar ongeschoolde stem was een natuurlijke stem vol met het volume en zelfs zonder microfoon bereikte zij een hoogte waar ik soms de koude rillingen van kreeg.
Zij woonde boven mij en als ik thuis mijn installatie open zetten met door mijn hele huis de boxen aan de wand, zo een stuk of 7, riep ze al “Leen zet dat ding even wat harder!”
Ik de volumeknop open en nog hoorde ik haar erbovenuit.
I have a dream van ABBA was haar favoriete nummer, hoewel ze geen woord Engels sprak, ja yes en no voor de rest ho, kon ze de tekst feilloos meezingen. Ik genoot altijd van haar gezang, als kind al en nu als volwassene nog even sterk als het kind dat een beroemde moeder op de Zeedijk in Amsterdam bij de volksfeesten op het podium zonder microfoon alle liedjes zong van Corry Brokken en Edith Piaff. Met muziek van Oom Cor aan de piano. Ik zie die twee nog zo voor me, een genot om naar te luisteren en een genot om intens te genieten als kind.
Ik sta bij het graf, zeg gedag en praat tegen de steen, omdat ik weet dat zij met haar hoofd daar ligt. “Mam ik denk dat ik niet meer elke week kom, ik ben nu al een paar jaar alleen, heb geen auto meer en in de sneeuw dat hele end lopen, dat red ik niet meer met mijn rug en geld voor de tram heb ik niet.”
Antwoord kreeg ik niet, maar ik legde de bloemen neer die ik uit de afvalbak had gehaald, ik had geen geld voor verse bloemen, maar zonder lege handen aankomen oooh nee never nooit niet, dus ik legde die bloemen neer die er nog goed uitzagen en wilde mij omdraaien om weg te gaan en voorlopig niet meer te komen. Na tien jaar elke week op zondag te gaan en met haar verjaardag, Moederdag, kerstdagen, nieuwjaarsdag. Nee, nou moest ik eens ophouden met gedag te zeggen, ik moest het loslaten. Maar dat deed zo een pijn diep in mij, ik was al jaren alleen na een ontzettend lange relatie en in die jaren heb ik geleerd wat eenzaamheid was. Nu voelde het nog sterker, omdat ik ook mijn moeder voor het laatst op zondag zou bezoeken.
Ergens achter mij hoorde ik geritsel, ik schrok en keek snel om. Niemand natuurlijk, hier liepen kippen en konijnen los van de kinderboerderij verderop en soms een verdwaalde kat. Dus zoiets zou het wel geweest zijn. Maar toen ik voor de tweede maal dat geritsel hoorde, alsof iemand mijn aandacht wilde trekken, brak het zweet mij uit en ik draaide mij met bonkend hart weer om richting geluid. Ik zag niets. Het geluid verstomde.
Ik haalde mijn schouders op en mijn tranen drogend zei ik nog tegen de steen: Mam tot ziens lieverd, ik hou nog steeds van je en zal je nooit vergeten, ik heb in ieder geval je droom uit laten komen, je hebt een eigen tuintje doei de mazzel!” Ik zwaaide nog even en slofte toen het pad af richting de uitgang.
Ineens stond ik stil. Vraag mij niet waarom want dat is iets waar ik geen antwoord op kan geven, ik moest gewoon stil blijven staan toen ik de stem van mijn moeder hoorde.
“Ga maar bolle, sluit dit af en je zult merken en zien dat je de eenzaamheid voorbij bent, ik hou ook van jou, dag doei en de mazzel.”
Ik draaide mij snel om en zag een lichte poes zitten voor de steen van mijn moeder, ze keek mij met grote ogen aan, een ontzettend lieve kop en met een prachtige grijze vacht. De kleur van het haar van mijn moeder op haar laatste reis.
Ik glimlachte door mijn tranen heen en betrapte mij erop dat ik zwaaide naar de kat en het liedje inzetten van ABBA “I have a dream”
Ik draaide mij weer om en liep zingend naar de uitgang.
Ze had gelijk die poes, ik was de eenzaamheid voorbij.
©leny kruis
888888888888888888888888888888888888888888888888888888888888888888888888888888888888888888
ANGST.

Het is de stilte die heerst, de stilte voor een storm die nergens aangekondigd is. Het is de uitgang die ik zoek, maar verdomme waar zit de deur! De angst knijpt mijn keel bijna dicht als ik over en onder mij allemaal draden zie, die spinnen zich om mijn lichaam heen. Ben ik nou gek aan het worden? Er zitten vreemde mensen in mijn hoofd, ik hoor ze praten, door elkaar. Donder toch op, laat mij met rust, ik wil alleen zijn.
Wat heeft dit alles te betekenen? Ben ik niet goed, heb ik een neurose? Ben ik bezig gek te worden? Maar wat is gek, en wie vertelt mij wat er gebeurt. Hoe vertel ik iemand wat ik voel, wat ik bedoel als ik zeg dat er andere mensen in mijn hoofd praten, die zelfs mij opdrachten geven en die ik natuurlijk niet uitvoer. Tja, ik ben niet gek!
En die draden om mijn lichaam, het lijkt wel alsof ik in een spinnenweb terecht ben gekomen, wie haalt mij hieruit? Het zijn allerlei vragen die ik aan niemand kan stellen, want ik kijk om mij heen en zie dat ik alleen in de kamer zit. Vaag hoor ik de televisie van de buurman die rechts naast mij woont. Zou ik gedroomd hebben? Mijn ogen voelen zwaar aan, ik kan niet helder meer denken, dan hoor ik ineens de telefoon naast mij. Ik schrik en duik er gelijk op.
"Mam ben jij dat?” ik schreeuw het als het ware door de hoorn.
"Ja meisje, wat is er?” haar stem stelt mij gerust, maar de hare klinkt ongerust.
'Mam ik had zo'n nare nachtmerrie."
En ik vertel haar van de draden over mijn lichaam, de stemmen in mijn hoofd en de opdrachten die diezelfde stemmen mij geven, rare opdrachten, onmenselijke opdrachten alleen ik weet niet meer wat voor taken ik uit moest voeren. Ik stotter en huil tegelijk terwijl ik mijn moeder vertel van mijn nachtmerrie.
Want ik was in slaap gevallen en had het gedroomd.
Het enige dat mijn moeder met een geruste stem zei door de telefoon: "Liefje neem nu maar weer gewoon je medicatie in en dan gaan die stemmen weer vanzelf weg en die spinrag verdwijnt als sneeuw voor de zon, pak een glas water, mamma blijft aan de telefoon terwijl jij je medicatie inneemt.”
Zij stelde mij gerust, ik pakte mijn medicatie die ik van de psychiater had gehad en die ik eigenlijk elke dag in moet nemen, anders functioneer ik niet normaal volgens hem. Heeft die dokter toch gelijk gehad en ik ben blij dat mijn moeder mij elke dag even belt, zomaar voor een praatje.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
oma.
Haar gerimpelde handen trillen als zij de naald oppakt en het garen voorzichtig in het oog van de naald wil steken om verder te gaan met het borduren van de twee slopen die zij wil geven aan haar kleindochter die snel gaat trouwen. Haar enige kleindochter, haar lieveling.
Ze wist geen beter cadeau te bedenken voor die twee, ze hadden alles al en woonden al jaren samen. Geld was geen optie, als zij dood zou gaan was zij toch de enige erfgename van haar oma, dus aan geld zou het haar straks niet ontbreken. Want als zij nu al alles gaf had zij straks niets meer en ging alles op aan die moderne hebbedingetjes die ze toch al van haar hadden gehad. Een flatscreentv, een I-pod. Zij was al te oud voor al die nieuwe snufjes, ondertussen had ze ook al drie mobiele telefoontjes versleten die ze van oma had gehad. Soms dacht zij dat het nooit genoeg was bij die jongelui.
Ze werkten allebei, dus voor het geld hoefden zij het zelf niet te laten, maar het was makkelijker om het oma te vragen, zeg liever te lenen en dan nooit terug te geven, want kleindochter lief wist dat ze toch alles kreeg van oma.
Terwijl ze zo heerlijk rustig haar gedachten laat gaan over haar kleinkind en beseft dat zij eigenlijk de enige levende familie nog is van haar kant, dringt het ook ineens tot haar door dat zij zich een beetje te veel gebruikt voelt. De steken in het sloop worden met ferme druk in de stof gestoten. Oma wordt ineens kribbig en een beetje boos. Ineens is daar het gevoel dat zij misbruikt wordt door haar enige kleinkind.
“Verdorie, ze komt alleen als ze iets nodig heeft. Van spontaniteit heeft ze zeker nooit gehoord”, moppert de oude dame voor zich uit. En weer gaat een venijnige steek het sloop in en ineens ziet zij dat zij al die tijd dat zij mijmerde over haar kleinkind alle steken verkeerd geplaatst heeft. Weer alles uithalen!Zou het niet makkelijker zijn om een setje te kopen? Maar zij bedenkt zich. Pérse wil zij iets persoonlijks geven aan hen die elkaar lief hebben en oma als bank van lening zal hun dat geven, al moet zij al haar vingers tot bloedens toe verpesten met al dat gefrummel met al die steken.
Uit balorigheid laat ze de foute steken zitten en gaat verder met haar naaiwerk, haar handen trillen sterker, ineens is zij zich bewust van het feit dat zij al jaren in de maling wordt genomen door die twee. Een nieuwe auto, oma betaalt, een nieuwe tv, oma betaalt, verleden week kwam ze langs omdat ze een nieuwe spelcomputer had gezien en die vriend van haar, goh hoe heet die jongen nou ook alweer, wilde dat zo graag. En oma je krijgt het volgende maand in één keer terug hoor dat bedrag.
Oma gaf toen niets, vertelde dat haar pasje geblokkeerd was omdat ze drie keer haar pincode vergeten was, waarop kleindochter liefjes sprak dat oma dat maar voortaan dan aan haar over moest laten. Ja, ze was me daar van de pot gevallen. Oma was niet dement hoor en zeker nog in staat om zelf te pinnen. Maar ze had even geen zin om mee te lopen naar de bank, net herstellende van een knallende koppijn. Maar kleindochter had daar totaal geen interesse voor, vroeg niet eens hoe het ging met haar. Viel direct met de deur in huis. Nou ze was gevallen, Oma hield mooi haar knip dicht. En kleindochter ging onverrichter zake leegwaarts op huis aan, zonder geld en zwaar de pest in.
Maar nu was oma boos. Boos om alles wat haar ineens als oma geliefd maakt. Alleen haar geld dus. “De hebbers, de paria”s, de uitnemers. Ze moesten zich doodschamen om zo een oude dame als ik zo in de maling te nemen en ik, ik trap er iedere keer weer in, het is afgelopen, uit met het feest”. Kordaat gooit zij de sloop naast haar op de bank, loopt naar de telefoon en belt haar notaris voor een afspraak, zo spoedig mogelijk.
Met een glimlach om de mond gaat ze zitten en fluitend met het liedje op de radio borduurt ze weer heerlijk aan de slopen voor het liefdespaar.
Op de trouwdag is er van alles en nog wat, alles door oma betaalt. Maar niemand die dat weet. De gastenlijst is groot, de enveloppen hopen zich op en oma zit als een trotse grootmoeder met haar pakketje te wachten tot iedereen hun cadeau heeft afgegeven. Zij is de enige met een pakketje met cadeaupapier. Maar dat mag de pret niet drukken, het enige wat zij wil is hun gezichten zien als zij het openmaken en de slopen met de enveloppe zien.
Eindelijk is het zover. Oma biedt hen het zelfgemaakt cadeau aan en de wenkbrauwen van beider net gelukkig getrouwde gaan omhoog.
“Zelf gemaakt oma”, reageert kleindochter wat schaapachtig.
“Ja kind, ik dacht kom laat ik nou eens zelf iets maken, geld is zo passé glimlacht zij en drukt nog even extra hard het pakket in beider handen, haast dwingend om het nú open te naken.
Kleindochters vingers bibberen, die verwacht misschien obligaties, of een pakket aandelen. Maar als ze de twee geborduurde slopen uitvouwt valt er een enveloppe uit, die pakt ze gelijk op en scheurt die haast open, de slopen totaal negerend.
Als de enveloppe geopend is haalt ze er een handgeschreven brief uit, door oma zelf geschreven.
“Lees het maar hardop zodat iedereen kan horen wat je van je lieve om gehad hebt”, jent oma toch nog een. Ze kan het niet laten.
Met een blozend gezicht zit de bruid te kijken naar de bruidegom die verlegen zijn hoofd de andere kant opdraait.
Alsof het doek is gevallen staat de kleindochter op en met een plechtige stem begint ze aan de brief, omdat ze totaal niet weet wat erin staat. Ze hoopt op een flinke som geld, maar dan…
“Beste lieve kleindochter van mij en natuurlijk jouw man niet te vergeten,
Jullie hebben al zoveel van mij gekregen en geleend en geplukt dat ik niets meer terug hoef te hebben, hierbij zijn al jullie geleende schulden gelijk afbetaald. Het restant bij leven en na mijn dood gaat naar diverse goede doelen die ik al in samenwerking met mijn notaris heb vast laten leggen. De villa wordt verkocht en dat geld is voor het dierenasiel in het dorp. Jullie kunnen deze kussenslopen goed gebruiken en dan kan je ook eens dromen hoe het is om rijk te zijn en hopelijk te blijven, Rijk zijn is leuk, maar jezelf rijk te maken over de rug van hen die jou lief zijn is pure liefdesdiefstal. Steel elkanders liefde maar, op een kussensloop gaat dat beter dan bij je oma op de bank.
Want ik ben de bank van lening niet meer. Hoop dat je wel blijft komen, want ik ben tenslotte de enige familie die je nog hebt,
Alle liefs van je Oma.
Kleindochter is uitgesproken en je kunt een speld op het grasveld horen vallen.
©leny kruis
Maak jouw eigen website met JouwWeb