Wachten op de zomer.

 

De mens kijkt uit naar de zomer, en loopt

met zijn jas hoog dichtgeknoopt

verveeld zijn rondje door het park.

 

Een tuinman met een schoffel en hark,

verzorgt zijn perkje tot in den treuren

en kijkt mij aan of ik niet op kan pleuren.

 

Stoere mannen, met kleine hondjes

die op pantoffels lijken

en over mijn schoenen zeiken,

houden nonchalant hun mondjes.

 

 ©Prlwytskovsky.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ 

 

De Lente likt.

 


Vanmorgen werd ik door de zon gewekt


en na mij te hebben uitgerekt,


opende ik mijn ramen.


De zon trekt strepen op ’t behang.


en likt zachtjes mijn wang.


Nu eerst mijn ontbijt.


De lente verblijdt

 


 ©Prlwytskovsky.

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

                  

 

Zij.

 

Zij waait met alle winden mee.

Onzichtbaar voor mijn ogen

voel ik haar handen,

strelend langs mijn wang.

Zij is, onzichtbaar voor mijn ogen,

altijd naast mij en houdt mijn denken

in bedwang.

Zij zweeft onzichtbaar door mijn wereld

en raakt mij in ’t voorbijgaan aan;

alsof zij vraagt om mee te gaan.

 

Zij kent mijn voor- en tegenspoed;

maar ook mijn heldenmoed.

Zij schenkt mij regen,

wind en zonneschijn.

Zij geeft mij vreugde,

en verdriet.

Zij …

is naast mij.

Onzichtbaar voor mijn ogen

maar tastbaar door mijn verlangen,

streelt haar wind mijn wangen.

 

 

©Prlwytskovsky. 

 

Schaduwen.

 

Soms, op late avonden lig ik wakker;

mijn ogen gericht op de deur.

Bang voor de morgen; hopend dat zij weer komt.

Schaduwen bewegen op de muur, en het maanlicht verjaagt de realiteit.

Alles is bleek en grauw. Stop nu met denken

en kijk uit naar de volgende dag.

 

’s Avonds, als ik wakker lig

en blijf staren naar de muur.

Herinneringen aan vroeger tijden

vangen mij in hun val.

Stop nu met het lopen in cirkels

en kijk uit naar de volgende dag.

 

Zachtjes klop ik op je deur en zie mijn schaduw op de vloer;

het maanlicht legt een krans om jou heen.

Dan is deze dag verleden

en de volgende dag niet meer.

 

 

 

©Prlwytskovsky.

              ©Prlwytskovsky.

 

Engelengezang.

 

Wil je een biertje, of toastjes met vis?

Altijd stond zij klaar voor gezelligheid,

niets was haar teveel: een beste meid.

Vrienden en buren gaven haar roem;

over gastvrijheid en haar dis.

 

Maar al veel te lang klinkt niet meer

haar engelengezang

door mijn gang;

waar ik zacht haar naam noem.


   ©Prlwytskovsky.

 

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

                                           

Een kleed van duisternis.

 

Wanneer de nacht haar kleed van duisternis

uitrolt over de steden,

en in alle stilte haar hand legt op het heden;

dan loop ik door straten en langs perken.

 

Er is niemand die mij ziet, of zal merken

dat mijn hersens koortsachtig denken aan jou.

Maar jouw liefde was als winterkou

dat mijn hart deed kraken.

©

    ©Prlwytskovsky. 

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

            

Stemmen.

 

Stemmen uit diepe meren


fluisteren wat eens zal wederkeren,


en donkere tijden voorbij doet gaan.

 

 

   ©Prlwytskovsky.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Foto’s kijken

 

Mensen op vergeelde foto’s,

op straten zonder auto’s,

kijken jou lachend aan.

Maar de vrouw tegen wie jij praat

blijft onzichtbaar in die straat.

 

 

       ©Prlwytskovsky.

 

 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Ik mis je.

 

Als je gaat

en mij hier achter laat,

dan neem je de zon uit mijn gezicht,

en haalt de vogels uit de lucht;

 

Dan komt er een nieuwe dag

zwart en grauw, zoals een dag nooit was

maar altijd zo zal zijn.

 

Vandaag praat ik tegen bomen

en vlieg soms naar de zon.

Ik drijf mee op de winden

en kijk neer vanaf de wolken.

Want ooit zal ik jou weer tegenkomen.

 

©Prlwytskovsky.

@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@

Daarachter woont God.


Een dorp, een straat, een huis.

Bomen en perken;

met paden naar twee kerken.

Nog even: dan ben je thuis.

 

Je denkt dat je er bent.

Maar waar ben je,

en wie ben je?

Er is niemand die jou kent.

 

Je tuurt langs de hemel,

ziet de maan en de sterren, doch zonder gebod.

En daar, die wolk;

daarachter woont God.

 

©Prlwytskovsky.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Vaderdag.

 

Een bloem, een woord, een steen.

Een foto en ik ween.

Ik knik voorzichtig en lach:

zondag is het Vaderdag.

 

©Prlwytskovsky.

?????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????

Vrouwen kijken.

 

Kijk daar eens, ja die daar: Gohhh wat mooi.

Haar tred, en haar tooi.

Godallemachtig,

en die; wat is die prachtig.

 

En die daar, ah nee;

die is drachtig.

Maar met jou wil ik wel mee,

Of nee?

Ach, het wordt mij te machtig.

 

©Prlwytskovsky.

   

                                         

=====================================================================================

Stemmen.

 

 stemmen in de wind

roepen jou, als de avond begint

en het donker nadert

over een huilend kind.

 

dromend over licht,

en angst voor het donker

laten het kind huilen

een deur gaat dicht.

 

bomen praten ruisend over het verleden,

over haat en over nijd

over mensen in het heden

sommigen raken elkaar kwijt.

 

maar verliefden sterven niet.

wind waait zachtjes door hun riet.

zij overleven en denken aan een kind

als de avond begint.

 

 

@Prlwytskovsky.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

REGEN

 

 

Het regent!

Bomen spreiden gretig hun takken ten hemel

water daalt kwistig op hun blad

dat voelt zich daarmee gezegend

Maar dan hebben zij het gehad

en zijn zij de druppels moe

Dankend voor dit hemelse gewemel

vouwen zij hun bladen toe

 

 

@Prlwytskovsky.

 

 

 

©foto leny kruis

 

 

 

 

 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

HERFST IN AANTOCHT.

 

de herfst kijkt glurend om de hoek

een enkel blad is al verkleurd

de regen valt met bakken neer

nog even, dan is de zomer zoek

er is geen mens die niet zeurt

 

over de toestand van het weer 

doe mij maar een winter

 met veel sneeuw

zoals vroeger, in de vorige eeuw

met daarna een mooie lente

en het tentje mee naar Twente 

 

of een zomer met zes zonnige weken

nooit raakte je daarop uitgekeken

nu klagen mensen en zijn blut

en het weer?

 Ach: dat is ook kut.

©Prlwytskovsky.

 

foto's Leny Kruis

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

HERFST

 

herfst klopt zachtjes aan deuren

en bomen verliezen langzaam hun kleuren

hoge coniferen waaien langzaam heen en weer

en de regen klettert

in glanzende druppels op de bladen neer

 

een enkel blad valt al omlaag

anderen zullen volgen en heel gestaag

dalen zij neder

maar ach: het hoort bij dit weder

dat het buiten spettert

 

@Prlwytskovsky.

 

 

foto LENY KRUIS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gedichten

Maak jouw eigen website met JouwWeb